ters van de compagniesreserve, c. q. bataljons reserve, of aldaar aanwezige mitrailleurs. In de in de breedte en diepte geëchelonneerd opgestelde mitrailleurs, geweermitrailleurs en scherp schutters heeft de infanterie een machtig mid del ter bestrijding van laagvliegers. De bestrijding van vliegtuigen, die de troepen achter de vuurlinie aanvallen, geschiedt door de troepen zelf, daarbij gesteund door voor en achter zijnde neventroepen, voor zoover hun opdracht zulks veroorlooft. Is dit niet het geval dan moeten deze zich toch ook in elk geval gereed houden om dadelijk het vuur te kunnen openen voor het geval zij zelf worden aan gevallen. Zoodra mogelijk zetten alle troependeelen de voorwaartsche beweging weder voort. Bij laagvliegers kan de uitwerking van beteekenis zijn, is niet zoo zeer altijd gelegen in het neerschieten van vliegtuigen dan wel en meer in de beschadiging van de vliegtuigen of verwonding der bemanning. Wellicht met het gevolg dat de volgende vliegtuigen niet meer zoo laag komen. Met alle middelen moet wor den belet dat vliegtuigen buiten eigen bereik d.i. boven 100 M. worden bevuurd. Dat is de reinste munitieverspilling en verraadt gebrek aan kalmte en koelbloedigheid. Men moet kader en manschappen goed inprenten wat men tegen de vliegtuigen vermag te doen en hen vooral de vrees (moreeldaarvoor uit het hoofd praten. Een en ander kan alleen theoretisch en overigens alleen onderstellenderwijze geschieden, daar de ensceneering van het optreden van vlieg tuigen I'1 alle legers nog tot de vrome wenschen A. Sign. B. behoort. Veel verder dan het signaal „luchtalarm" 9 34; 113. heeft men het nog niet gebracht. Ook hier geldt tegen laagvliegers: vuur gaat boven dekking, waarbij komt tegen lucht- waarnemers: terreinwinnen gaat boven dekking, hetgeen bleek bij oefeningen met de luchtvaart- afdeeling. De zucht om niet gezien te worden, hoe prijzenswaardig ook, speelde dan wel eens parten. 8. Plaats compagniescommandant. De compagniescommandant, die zich gedurende het gevecht als regel nabij de compagniesreserve bevindt, zal trachten zooveel mogelijk het gevechts- veld van de compagnie te kunnen overzien. Naar mate de afstand van die reserve tot de vuurlinie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 22