Q.V.I. kleiner wordt, komt dus ook de compagniescom-
106/1/2/ mandant dichter bij de vuurlinie; hij zal echter
zorgen niet door zijne opstellingsplaats of door
onnoodige gebaren den vijand in het oog te vallen
opvallende punten moeten worden vermeden.
Is de compagniescommandant niet nabij de reserve
dan moet de commandant daarvan den compagnies
commandant op de hoogte houden van de plaats
van de reserve, opdat de compagniescommandant
deze naar zijn plannen kan bezigen. Dan blijft de
leiding in zijn handen.
G. V. I. De commandogroep beweegt zich en stelt zich op
106/3/ in dezelfde formatie als de omringende brigades om
niet in het oog te vallen en daardoor ook niet
de plaats van den compagniescommandant te ver
raden.
9. Verbinding.
De compagniescommandant moet blijven zorgen
voor de verbinding met zijn sectiecommandanten
daar anders het gevecht van de compagnie al spoedig
zou ontaarden in een gevecht van 3 sectiesook
zorgt hij voor de verbinding met de rechterneven-
compagnie, terwijl hij, indien er geen verbinding is
met den bataljonscommandant of den commandant
G. V. I. der linkernevencompagnie, zijnerzijds moet
34/1/ trachten deze tot stand te brengen. Hij mag nimmer
berusten in het verloren gaan der verbinding.
Is het bekend waar door het bataljonsverbindings-
personeel telefoon wordt aangelegd, c. q. door de
compagnie, dan dient daarvan mededeeling te worden
gedaan. Wellicht kunnen deelen van de compagnie
daarvan gebruik maken tot het opnemen van de
verbinding met het bataljon, de ondersteunende
mitrailleurs, enz.
G. V. I. Mochten er mitrailleur-sectiën zijn aangewezen die
105/3/ den aanval der compagnie moeten steunen hoewel
niet staande onder de bevelen van den compag
niescommandant, dan zorgt deze daarmede in ver
binding te blijven.
10. Munitieaanvulling.
Voor het oprichten van een munitiepost bestaat
G.V.I. 110/2/ nog geen reden (dat kan geschieden zoodra het
vuurgevecht begint). Weet de compagniescomman
dant uit het bataljonsbevel waar de gevechtstrein
G. V. I. hiervan is opgesteld dan doet hij daarvan mede
deeling. Ook aan den fourierdeze moet weten
110/4/ waar de gevechtstrein is opgesteld, om van daar
503