G. V. I. omgekeerd door hem aan een dergelijk verzoek van
114/2/ eene nevenafdeeling zoo eenigszins mogelijk moet
worden voldaan (b. v. met het oog op zijwaarts
van de eigen strook gelegen mitrailleurnesten, welke
die strook bevuren).
104/3/ Op gedeelten waar geen weerstand wordt onder
vonden wordt de voorwaartsche beweging met
voortvarendheid voortgezet.
G. V. I. Hij zal er voor zorgen dat de voorwaartsche be-
46/1/ weging niet ontijdig tot staan komt en zal trachten
de zwakke punten in de vijandelijke opstelling te
ontdekken en de krachtigste aanvallen der compagnie
op die punten richten.
Verder zal hij zijn invloed doen gelden op de
maatregelen welke van hoogerhand moeten worden
getroffen om den aanval der compagnie te steunen
door den bataljonscommandant onmiddellijk rae-
dedeeling te doen van die gedeelten van de vij
andelijke opstelling, welke het voorwaarts gaan
103/1/ van de eigen infanterie het meest hinderen en waarop
103/2/ c. q. artillerievuur het meest gewenscht is, door den
bataljonscommandant c. q. in te lichten nopens
de ligging van het vuur der eigen artillerie en zijn
wenschen kenbaar te maken ten aanzien van ver
legging en versterking van dat vuur, door den ba
taljonscommandant onmiddellijk bericht te zenden
46/3/ van het ontdekken van zwakke punten.
GV.I. Wanneer hij zijn commandopost, als deze er
tenminste is, verplaatst moet hij van zijn nieuwe
36 standplaats mededeeling doen aan allen, met wie hij
in verbinding is.
Uit het vorenstaande blijkt de groote invloed
van den compagniescommandant op het verloop
van den aanval. De wel eens geuite meening dat
het na het uitgeven van het bevel tot aanvallen
gedaan zou zijn met zijn leiding is onjuist. Wil hij
ten volle aan zijne verplichtingen kunnen voldoen,
G. V. 1. zoo mag zijne werkzaamheid dan ook geen oogen-
30/1/ blik verflauwen.
507