75 m talidoeg. 7 ankerdraden 5 m. m., lang 4.50 m. 7 3.50 m. Het asfaltpapier tegen doorsijpelend regenwater kan bij vredes- oefeningen zonder bezwaar achterwege blijven. Als men dezen op zichzelf flinken voorraad beschouwt, kan men zich een denkbeeld vormen van de groote voorraden materialen, om nog niet te spreken van de vele evenzeer noodzakelijke gereedschappen, die bij het inrichten van een niet meer dan vluchtige veldstelling noodig kunnen zijn en c. q. aangevoerd moeten worden. Niettemin lijkt mij de voor één of twee schuilplaatsen benoo- digde hoeveelheid bamboe, talidoeg en ijzerdraad niet van dien aard, dat de aankoop daarvan voor de finantiën van een bataljon infanterie en van een afdeeling veld-of berg-artillerie een bezwaar zou opleveren. Deze aanschaffing zou dan ook zeer zijn toe te juichen. Eenmaal op maat gekapt, zijn de bam boes, vooral wanneer de einden met ijzerdraad worden bezet en er onder goed toezicht mede wordt gewerkt, zeer zeker herhaal delijk bruikbaar, zoodat met denzelfden voorraad het maken van een scherfvrije schuilplaats achtereenvolgens door de verschillen de onderdeelen van het bataljon of van de afdeeling met succes zou kunnen worden beoefend. Een scherfvrije schuilplaats moet een solie- den indruk maken. De bezetting moet er zich veilig in voelen en ervan overtuigd zijn, dat de dekking aan haar doel zal beantwoorden, d.w.z. bescherming zal verleenen tegen kogels en scherven van alle in den oorlog gebruikte projectielen, zonder uitzondering. De betrekkelijk kleine afmetingen van de schuilplaatsen, de verspreide ligging en de goede camouflage zullen voorts de geruststelling moeten schenken, dat de kans op een voltreffer op het bovenvlak en dus doorboring van de dek king bij krombaanvuur van den vijand niet heel groot is. De helling van de bovendekking onder 1 4 en de dikte van de gronddekking aan de zijde van den vijand zullen daarbij de ver zekering moeten geven, dat men ook tegen vijandelijk v 1 a k b a a n- v u u r voldoende, d. w. z. in verband met de omstandigheden zoo goed mogelijk, beveiligd is. Theorie in dezen geest, door de officieren gehouden inen bij de door de manschappen zelf vervaardigde schuilplaat sen, zal niet nalaten vertrouwen te wekken in het nut van den verrichten arbeid. Bij pionieroefeningen ziet men echter ik spreek uit eigen aanschouwing wel eens schuilplaatsen maken, die bepaald met voorzichtigheid moeten worden behandeld om te voorkomen, dat ze tijdens of kort na het gereedkomen van het werk zouden ineenstorten. Het behoeft geen betoog, dat een zwakke, onoor deelkundig geconstrueerde schuilplaats slechts medewerkt om de 513

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 33