tijd stemmen op om in vredestijd het vraagstuk van „economie pressure" nauwkeurig te bestudeeren door een afzonderlijk bureau, een „Department of Economie Intelligence." De mentaliteit van de hierboven aangehaalde schrijvers voor spelt niet veel goeds voor de toepassing van de internationale rechtsbeginselen bij een zeeoorlog in de toekomst. Uit den geest dier geschriften spreekt een vrijwel souvereine minachting voor het internationale recht en de practijk zal wel zijn, dat oorlog voerende zeemogendheden die rechtsregels te hunnen behoeve zullen herzien. Alleen het recht van den sterkste zal dan gelden. Het is intusschen niet fair het standpunt der groote oorlog voerenden uitsluitend uit den gezichtshoek der neutralen te be schouwen. Economische dwangmaatregelen zullen in toekomstige oorlogen zoo'n geweldige rol spelen, dat zelfs de Volkenbond niet geaarzeld heeft om dat middel wettelijk in Artikel XVI van het Handvest vast te leggen. Een algeheele afsnijding der handelsver bindingen is dan ook een zoo drastische maatregel ten aanzien van de burgerbevolking, dat zij alleen in het uiterste geval mag worden toegepast. Dat is dan ook de reden, dat de Bond de uitvoe ring van dien maatregel aan zichzelf heeft willen voorbehouden. Met een gedeeltelijke afsnijding van de handelsverbindingen kan een oorlogvoerende, die over de heerschappij ter zee beschikt, immers nooit volstaan. Het is bijvoorbeeld onmogelijk de voed selvoorziening der burgerbevolking van die van de strijdmacht van den betrokken staat te scheiden. Evenmin zal het mogelijk zijn de handel van neutrale staten, die aan den vijandelijken staat grenzen, te vernietigen, anders dan door rantsoeneering dier neutralen met de bestaande invoerstatis- tieken uit vredestijd als basis. „The attempt to make economie „pressure more humane by legal rules is likely to make it cor respondingly ineffectual," zegt Arnold Forster dan ook terecht. En in tijd van oorlog zal dan ook het doel wel de middelen heiligen. Het tegenwoordige zeerecht voldoet niet meer aan de eischen van den tijd. Maar het scheppen van nieuwe rechtsregels, die aan de eischen der moderne oorlogvoering beantwoorden, is een onbegonnen werk. In geval van een wettigen oorlog ingevolge art. XVI van het Handvest zullen de Volkenbondsleden de economische sancties op den aanvallenden staat toepassen. Maar in dat geval kunnen er nog steeds neutrale staten bestaan, die geen lid zijn van den Bond en zich heelemaal niet aan Art. XVI behoeven te storen en de wettigheid van dat artikel geenszins behoeven te erkennen. Zoo hebben de Amerikanen nooit de wettigheid van de maat regelen erkend, die Engeland tijdens den wereldoorlog heeft toe gepast. En als het in een toekomstigen oorlog neutraal blijft zullen de Vereenigde Staten zich zeker tegen die maatregelen verzetten. Arnold Forster. Maritime Law and Economie Pressure p. 442. Journ. Royal Un. Serv. 1925 p. 452.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 3