Bovendien blijft de mogelijkheid bestaan van oorlogen tusschen
niet-leden van den Volkenbond, dan wel van een gewettigden
oorlog tusschen leden van dien Bond onderling, waarbij de andere
leden neutraal blijven. Dan zal dus eveneens hetzelfde conflict
tusschen neutralen en belligerenten ontstaan als in 1914 het
geval was.
In een Pacificconflict dreigt de situatie bijzonder ingewikkeld
te worden. Indien Amerika als niet-lid van den Volkenbond in
strijd raakt met Japan, dat wèl lid van dien Bond is en gesteund
wordt door de Engelsche Dominions en Engeland, terwijl Rus
land het Keizerrijk Japan te hulp komt, ontstaat een onpleizierig
ingewikkelde situatie.
Men ziet het, de bestudeering van het zeerecht en het schep
pen van nieuwe rechtsregels is er niet eenvoudiger op geworden.
Ieder probleem moet van twee standpunten behandeld worden.
In de eerste plaats dient rekening te worden gehouden met de
toepassing van maatregelen, voortvloeiende uit de economische
sancties van de Volkenbondsleden, dus van een statengemeenschap,
terwijl in de tweede plaats naar een oplossing van de problemen
moet worden gezocht, bezien van het standpunt van niet-leden,
die buiten die statengemeenschap staan en de wettigheid van
Art. XVI niet erkennen.
Niet ten onrechte merkt Arnold Forster dan ook op, dat het
niet doenlijk is een zeerecht te ontwerpen „that will stand the
incalculable strain of another great war."
Uit een practisch oogpunt beschouwd zal er in een Pacific
conflict geen zeerecht bestaan, tenzij dan het recht van den sterkste.
Dat sluit intusschen niet uit dat men zich wederzijds met „juri
dical niceties" zal vermaken. Maar als neutrale kunnen wij er
zeker van zijn, dat de zeemogendheid, die over de heerschappij
ter zee beschikt in het zuidelijk deel van den Pacific, als dit
noodig mocht zijn, onze voedselvoorziening zal rantsoeneeren,
onzen handel met zijn vijanden zal supprimeeren, van onze voort
brengselen gebruik zal maken op de wijze die haar goeddunkt,
hetzij door toepassing van economische dwangmaatregelen, hetzij
in het uiterste geval door geweld.
Tijdens den wereldoorlog heeft de Engelsche Order in Coun
cil van 11 Maart 1915 de admiraliteit in staat gesteld om alle
goederen van vijandelijke herkomst of met vijandelijke bestem
ming aan te houden. Let wel „aan te houden" dus niet „prijs te
verklaren."
Ook in een Pacificoorlog zal Engeland op vermoedelijk dezelfde
wijze handelen.
Het resultaat voor den internationalen handel der neutralen
blijft intusschen practisch hetzelfde. Daarbij komt nog dat even
als in den wereldoorlog de belligerenten elkanders heele kustlijn
geblokkeerd zullen verklaren, zoodat ieder neutraal schip, dat
een geblokkeerde kust verlaat of een haven op die kust als
484