onderbreking de lijn van de loopgraven der eerste linies afbakenen,
seinen en lichten voor verlichting van terreinen voor nachtvliegen
en ten slotte de vuurverschijnselen van vuurmonden en vuur
wapens en het springen der projectielen welke de plaatsen aan
duiden waar zwaar wordt gestreden (Verdun 1916) en welke
dikwijls den verdwaalden nachtbombardementsvlieger in staat
stellen zijn terrein terug te vinden.
Zichtbaarheid der doelen.
De eerste eisch voor een nachtelijk doel is dat dit zichtbaar is.
Deze zichtbaarheid hangt, evenals de oriënteeringspunten voor
een vlucht, in zeer sterke mate af van den dampkring en het
maanlicht, bovendien van de camouflage.
Dorpen vormen vlekken waar de wegen als grijze streepen
doorloopen; kampen en bivaks kan men herkennen (indien zij
ongedekt zijn ingericht) als geruite grijze vlekken, door de plaat
sen waar de paarden zijn opgesteld, maar zij zijn over het alge
meen niet zichtbaar onder bosschen; colonnes op wegen zijn
slechts zichtbaar op mooie nachten en op geringe hoogte; ge
camoufleerde vliegterreinen zijn slechts te herkennen op hoogten
boven de 2000 M. op mooie maannachten, hoewel het dikwijls
mogelijk is hun ligging te bepalen, zonder hen te zien, door de
wegen die hen omringen; vliegtuighanggars teekenen zich af als
kleine vierkanten van verschillende kleur en zijn des te moeilijker
te onderscheiden naarmate zij beter zijn gecamoufleerd en ver
borgen in de randen en zoomen van bosschen of dorpen. De
vliegterreinen voor nachtvliegen zijn te herkennen aan hun ver
lichting die beurtelings ontstoken en gedoofd wordt, en van nabij
aan de kleine lichten van het terrein, waar moet worden geland.
De treinen doen zich kennen door hun witten rook en door de
weerkaatsing van het licht uit den schoorsteen der locomotief
tegen den rook. Stations zijn vooral te herkennen aan hunne
groene en roode seinlichten en aan de witte vlekken der ont-
laadplaatsen naast den grijzen spoorweg, die slecht is te zien.
Werkende fabrieken zijn bijna even gemakkelijk als overdag te
zien, wat te danken is aan de verlichte kringen die zich erboven
verheffen en dikwijls aan de uitstroomingen van brandende gas
sen uit hun schoorsteenen, welke gelijken op sterk roodachtige
ontploffingen.
Beweging op wegen kan vanaf een 700 M. hoogte worden
onderscheiden; teneinde echter vast te kunnen stellen of [infanterie,
artillerie of een transport zich verplaatst moet tot een hoogte van
300 M. worden gedaald
Spoorwegen zijn niet gemakkelijk te volgen bij duistere nachten.
Op maanverlichte nachten kan men echter de rails onderscheiden
door de weerkaatsing van het maanlicht.
Het nachtvliegen moet worden uitgevoerd langs banen waarvan
de punten van oriënteering zorgvuldig zijn bestudeerd, in streken
waar de bemanning zoo goed mogelijk bekend moet zijn en
530