542 in het afdeelingsverslag van enkele wordt gesproken, hier hoogstwaarschijnlijk aanhangers van het vele aan het woord zijn. Een vrij onbestemd gedeelte van het Afdeelingsverslag is het volgende „Met het oog op deze taak zal het Leger boven de huidige dislocatie van troepen in de buitengewesten en de garnizoenstroepen op Java, ter voldoening van zijn politietaak h. i. reeds in vredestijd als volgt moeten zijn georga niseerd Op Java 2 Divisies een in Oost, een in West-Java, elk omvattend 3 Regimenten Infanterie bestaande uit: 3 bataljons a 4 compagnieën elke compagnie ter sterkte van minstens 175 man en 9 mitrailleurs, 1 compagnie zware mitrailleurs 1 Regt. Art bestaande uit3 Afd. a 3 batterijen, elk van 4 stukken (één afd. bestaande uit veldhouwitsers) >/2 Regt. Cavalerie, bestaande uit: 3 eskadrons van 100 sabels (elk eskadron a 3 pelotons) 1 Compagnie wielrijders (met de noodige lichte mitrailleurs); 1 Compagnie genie-troepen de voor deze sterkte benoodigde treinen en hulpdiensten. Te dien einde zullen binnen 5 jaar de volgende aanvullingen en ver beteringen noodig zijn, welke voorzieningen tot nog toe om de begrooting laag te houden steeds achterwege zijn gelaten aanschaffing van een voldoend aantal gasafweermiddelenuitbreiding van de artillerie en bewapening in voldoende getale met veldhouwitsers (min 12 per divisie); aanschaffing van anti-luchtvaartgeschutuitbreiding van de luchtvaartafdeeling tot minstens 3 escadrilles van 12 vliegtuigen van verschillend type, gedeeltelijk voor den verkenningsdienst in de hand van den Legerbevelhebber, gedeeltelijk ingedeeld bij de divisies; vermeerdering van het aantal zoeklicht-installaties en radio- veldstationsuitrusting van de geheele Infanterie, voor zoover nog niet geschied, op moderne wijze met mitrailleurs en geweermitrailleursbelang rijke uitbreiding van Cavalerie en wielrijders. De financieele consequenties van bovenstaande aanvullingen zouden volgens deze leden globaal zijn te begrooten op een bedrag van f 20 millioen en zullen derhalve, er mede rekening houdende dat zij in 5 jaar zijn uitgevoerd, per jaar f 4 millioen bedragen. Van dit bedrag ad f 20 millioen moeten echter worden afgetrokken, de gelden reeds uitgegeven of thans opgebracht voor aanschaffing van veldhouwitsers, vliegtuigen, mitrailleurs en geweermitrailleurs. Het bedrag ad f 20 millioen zal daardoor aanzienlijk kleiner worden en eveneens het jaarlijksch bedrag der toename met f4 millioen." Eerlijk gezegd, begrijpen we niet veel van hetgeen hier is aangevoerd. We vreezen zelfs, dat hier geen ingewijde aan het woord is geweestin leder geval moeten we constateeren, dat het geheel verre van duidelijk is. De bedoelde 2 Divisies zouden moeten komen boven de garnizoenstroepen op Java. Indien men nu bedenkt, dal er op Java in het geheel geen garnizoens- troepen aanwezig zijn, doch uitsluitend veldtroepen en depots, dan staat men reeds voor het eerste vraagteeken. Dan laat de steller ons in het onzekere omtrent zijn bedoelingen ten aan zien van militie en landstorm. Zouden we uit zijn mededeelingen mogen opmaken, dat hij wenscht, dat de 18 veldbataljons op Java zullen moeten bestaan ieder uit 4 compagnieën beroepsmilitairen De clausule „in vredestijd .georganiseerd" wijst daar wel op. Zulks beteekent echter al dadelijk 18 compagnieën meer dan thans. Een zeker zeer welkome versterking, maar is dit de bedoeling van den steller De steller wenscht voorts belangrijke uitbreiding van Cavalerie na even te voren te hebben betoogd, dat we in totaal moeten hebben 2 halfregimenten ieder a 3 eskadrons van 100 sabels, dat is prcictisch evenveel als we thans hebben. Ook belangrijke uitbreiding van de wielrijders acht hij noodig. Bij de thans geldende organisatie hebben we evenveel wielrijders als de steller wenscht, alleen bestaat een deel daarvan uit militie, wat heel goed mogelijk en boven dien economisch is. Uit de bewoordingen van het Afdeelingsverslag zouden we moeten opma-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 62