„The political beliefs of officers and men, their moral conduct, their discipline and their attitude toward their superiors do not concern M. I. D. Our orders have always forbidden intelligence officers to investigate such matters. And yet the belief to the con trary persists and tends to discredit the intelligence service. In some cases over-zealous intelligence officers have become reformers and have undertaken to investigate everything in some cases the morals of their own commanding officers. Nothing would kill intelligence quicker than to permit this go on. I believe that it has been stopped for months. I know that it was never countenanced by any responsible officer". In vredestijd zou men theoretisch deze afdeeling geheel kunnen missen, en alles overlaten aan de Departementen van Justitie en Politie, Men heeft dit echter niet gedaan, omdat men een kern aanwezig wil houden, terwijl men bovendien in tijden van opstand, wanneer het leger geroepen zou kunnen worden tot handhaving van het wettig gezag, een dergelijke organisatie niet ontberen kam Tevens dient dan het bestaande gedeelte als een soort barometer, tot aankondiging van zoodanige ernstige gebeurtenissen. De negatieve afdeeling bestaat in vredestijd uit 3 bureaux, o. Bureau belast met de studie van spiomnage en propaganda tegen de Ver. Staten of zijn verbondenen, terwijl het tevens een wakend oog houdt op de actie van revolutionnaire groe pen. Speciale personen mogen niet nagegaan worden. (Dit laatste nu lijkt mij praetisch niet uitvoerbaar. Bij bepaalde revolutionnaire propaganda zal deze dikwijls dioor enkele personen gevoerd worden, welke van zelf hunne aanhangers in het leger bezitten. Men krijgt dan een lijst van verdachten, welke, zeer logisch, gecontroleerd worden in hun doen en laten). b. Bureau belast met cje controle van radio en pers, welk bureau in oorlogstijd ook censorarbeid verricht- Het heeft de beschik king over een eigen radio installatie. c. Bureau ter bestrijding van omkooperij en fraude bij oorlogs leveranties. Maakte oorspronkelijk dit bureau een onderdeel uit van een der andere, de omvang der werkzaamheden bleek van dien aard te zijn, dat een zelfstandige organisatie noodig v/as. Ad. VI. De Geographische Afdeeling, welke kaarten en gegevens verzamelt van alle mogelijke streken ter wereld en hieruit handboeken en nieuwe kaarten samenstelt. Voor het verstrekken van geographische inlichtingen wordt een ruim gebruik gemaakt van burger reizigers. De afdeeling bestaat uit twee bureaux en beschikte in het jaar 1923 over 450.000 verschillende kaarten, welk aantal jaarlijks met eenige duizenden toeneemt. 565-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 13