Hiermede is een kort overzicht gegeven van de organisatie van den Amerikaanschen M. I. D., een organisatie, welke in details ver zorgd is en wel den indruk geeft, voor hare zeer belangrijke taak volkomen berekend te zijn. Nu verzamelt de M. I. D. voornamelijk gegevens, welke, uit een militair oogpunt beschouwd, van belang zijn, doch voor de departementen van Marine, Justitie en Buitenl. Zaken veel minder waarde hebbem Daarom bezitten in Amerika deze departementen een gelijksoortig lichaam, welke speciaal in lichtingen inwinnen b. v. op politiek en maritiem gebied. Dikwijls zullen, uit den aard der zaak, al deze, naast elkander staande dien sten, gegevens verkrijgen, ook voor de andere departementen van belang. Ten einde nu tot goede uitwisseling van gegevens te gera ken, vinden op geregelde tijden besprekingen plaats tusschen de hoofden der verschillende diensten. Tevens wordt daarbij Uitge maakt, welke werkzaamheden door de diverse bureaux zullen wor den verricht, verband houdende met ieders bijzondere eigenschap pen. Overbodig en dubbel werk wordt hierdoor vermeden. Bij den Amer. M. I. D. is de centralisatie zeer ver doorgevoerd wat otgetwijfeld een juist beginsel is. Alleen een centrale I. D kan op zuivere gronden de waarde van dé verkregen gegevens beoordeelen, en de berich ten splitsen in ware en valsche. Immers, slechts een centraal bureau kan, zonder veel moeite, de talrijke berichten vergelijken, en door deze vergelijking, in verband met de bekend heid der bronnen, komen tot een juiste gevolgtrekking. Er dient voor gewaakt te worden, dat door centraliseering de vlotheid van berichtgeving niet geremd wordt. Vlotheid is een gebiedende eisch, daar in militaire zaken (en zeer zeker in oorlogstijd) de factor „tijd een alles beheerschenden invloed bezit. Een ander punt is echter, of het niet gewenscht zou zijn, de centraliseering verder door te voeren, door zoowel den politieken, als den economischen 1. D. onder eenhoofdige leiding te stellen van den Chef M. I. D. Allereerst kan hier terzake opgemerkt worden, dat bedoelde toestand gedurende den oorlog o. a. in Frankrijk bestond, doch dat men dien, na den vrede, ingevolge oorlogservaringen, niet bestendigde. Wel moet een zeer innige samenwerking tusschen de bureaux onderling bestaan, wat in Amerika o. a. verkregen wordt, door de geregelde bijeenkomsten der dienstchefs, doch algeheele centraliseering schijnt niet ge wenscht. Immers, de eischen te stellen aan personeel van den M. I. D., van den Pol. I. D. en van den Econom. I. D., loopen zoo ver uiteen en hebben betrekking op vaak zoo zeer verschillende ge bieden, dat alleen de betrokken departementen zelf in staat zijn, het juiste personeel te kiezen en van goede opdrachten te voor zien. Bovendien heeft centraliseering onder het hoofd van den M. I. D. nog het volgende bezwaar, n. 1. dat ook in vredestijd de militaire factoren zullen blijven domineeren. Dikwijls onbe- 566

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 14