44/3/ zen, zoo mogelijk dicht bij zijn commandopost, waar 110/2/ de munitiepost van de compagnie zal komen. Dit 54/2/ geldt voor eiken compagniescommandant in eerste linie. Van de oprichting van een munitiepost moet mededeeling worden gedaan aan de sectiecomman danten en door deze aan de brigadecommandanten. De munitiepost moet tegen gezicht en zoo mogelijk 110/3/5/ tegen vuur gedekt zijn en staat onder commando O. V. G. D. van den fourier, die enkele manschappen (van de 33/6/7/ reserve, bruikbare gewonden) ter beschikking krijgt. G. v. I. De munitie (geweer- en geweermitrailleurmunitie, 110/4/ de laatste ook in houders) van de munitiepost wordt door den compagniescommandant gevraagd aan den bataljonscommandant en gehaald door een patrouille onder een gegradueerde bij den gevechtstrein of bij het munitiedepot, wanneer dit is opgericht. Tel- 110/5/ kenmale wanneer het grootste deel is opgebruikt, waarschuwt de fourier den compagniescommandant, die dan maatregelen treft voor de aanvulling. Bij het halen van munitie uit den voorraad van 73/3/ het bataljon worden de leege geweermitrailleur- munitiehouders, welke door de handlangers zijn bezorgd bij de munitiepost, gebracht naar den ge vechtstrein of het munitiedepot, alwaar de vulling 131/5/ opnieuw plaats heeft. 73/3/ De brigades halen geweermitrailleur- en geweer- /5/ munitie bij de munitiepost van de compagnie c. q. den gevechtstrein van het bataljon. 110/6/ Wordt de afstand tusschen de compagnie en de munitiepost te groot en is er meer naar voren een gunstig punt gevonden, dan wordt de munitiepost verplaatst, waarvan kennis moet worden gegeven. 30/1/ Van gevechtspauzen dient gebruik te worden ge maakt om de munitie aan te vullen. 110/7/ De aanvulling van munitie voor de ingedeelde mitrailleurs geschiedt buiten bemoeienis van den compagniescommandant door den commandant van de mitrailleurcompagnie. Q. V. I. Onder de munitie moeten ook worden gerekend 16 de handgranaten, welke eveneens moeten worden uitgereikt, zoodra de voertuigen van den gevechtstrein niet in het terrein kunnen volgen. 7 Door haar gewicht worden de handgranaten bij den aanval slechts in geringe hoeveelheden mede gevoerd. Wordt vergeten de handgranaten uit te reiken dan zijn zij niet beschikbaar op de oogenblikken dat ze noodig zijn, nml. bij de vermeestering van 571

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 19