V.S.A. temperatuur van het kruit idem, een V0 verschil van ]04 den directievuurmond met den standaard vuurmond, 105 enz.) in rekening zijn gebracht, kan omtrent de al dan niet voor de eigen troepen gevaarlijke ligging daar van slechts worden geoordeeld door een goed onderlegd artilleristisch waarnemer in voorste linie of op zeer korten' afstand en met goed zicht op het doel; practische waarde krijgt dit oordeel eerst door een deugdelijke ver binding van den waarnemer of van de voorste troepen met den vuurleider. Wat de daginvloeden betreft kan worden opge- "V. S. A. merkt dat als gevolg daarvan het verschil tusschen 200 den gemeten en den artilleristischen afstand op mid delbare afstanden tot 300 M. kan bedragen. V. G. Mob. A. Om de gedachte te bepalen moet in horizontaal 18/2/ terrein en bij loodrecht schieten over eigen troepen en vurende op afstanden boven 2500 M. het eindpunt van de baan ongeveer 300 M. van die troepen verwijderd zijn. Beschikt men over goede artilleristische waarne ming in eerste linie, een deugdelijke verbinding en bij uitstek bekwame vuurleiders, dan is het wel mogelijk tot op korteren afstand te komen (b. v. 100 M.). De infanterie kende dergelijke afdeehngs- en batterijcommandanten in den oorlog bij name. Zoolang het artillerievuur nog op de voorste linie van den vijand ligt is er van vooruitgaan op den afstand van 300 M. geen sprake. Eerst zoodra dit vuur wordt gestaakt of verplaatst, hetzij de wensch daaromtrent is geuit de compagniescommandant G. V. 1. maakt den bataljonscommandant zijn wenschen ken- 103/2/ baar ten aanzien van verlegging van het artil lerievuur hetzij zulks onverwachts geschiedt, wordt weder voorwaarts gegaan, in beide gevallen als het ware vlak daarop. Dikwijls zal wanneer de infanterie tot op een afstand van 300 M. is gekomen, het artillerievuur in hevigheid toenemen, wanneer gevolg kan worden <G. V. I. gegeven aan de door den compagniescommandant aan den bataljonscommandant kenbaar gemaakte 103/2/ wenschen ten aanzien van v e r s t e r k i n g van het artillerievuur. 60 Dat laatste voorbereidingsvuur benut de infanterie om snel dichter bij den vijand te komen, liefst met volle brigades. Het eind van het artillerievuur treft dan alle voorste deelen van de infanterie aan aan den 573

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 21