met de reserve en de militailleurs veroorlooft. Het spreekt vanzelf dat op de meest gewichtige plaats en op het ernstigste oogenblik hij zelf aanwezig is. Is het gelukt vasten voet te krijgen in de vijan- G.V.l. delijke opstelling, dan doet de compagniescomman- 107/2/ dant de orde herstellen en de échelonneering in de diepte hernemen, zoodat hij bij verder voorwaarts- dringen wederom kan manoeuvreeren. 107/3/ Hij doet de munitie aanvullen, vooral van de ge weermitrailleurs. De aan de compagnie toegevoegde mitrailleurs 107/4/ rukken op, indien zij uit hunne andere opstellingen het verder voorwaarts gaan niet kunnen steunen en worden gebruikt om tegenaanvallen af te slaan, of de flanken der compagnie te beveiligen. Van doorslaggevenden aard voor het slagen van den aanval is op dit oogenblik de juiste leiding van het vuur der mitrailleurs en geweermitrailleurs. Te vroege of te late verplaatsing kan het mislukken van het binnendringen tengevolge hebben. Een goede regeling van het gebruik der mitrailleurs is thans mede een hoofdtaak van den compagiescommandant. Alles wat achter is gebleven wordt verder naar voren gehaald, zoodat de binnengedrongen deelen merken, dat zij niet in den steek worden gelaten. Lukt het binnendringen dan moet alles in het werk worden gesteld om het veroverde in bezit te houden. Na het gelukte binnendringen geldt als eerste parool voor den compagniescommandantdoor dringen in de diepte. Vasthouden van wat is bereikt is daartoe noodzakelijk, hetgeen op ver schillende wijze kan geschieden. G.v.l. Is het gelukt op een of meerdere punten in de vijan- 47/11 delijke stelling door te dringen, dan zullen de voorste afdeelingen (d.i de compagnieën) trachten de voor- waartsche beweging zoo lang mogelijk door te zetten zonder zich te bekommeren om onderdeden van den vijand, welke nog stand houden. Het is de taak van de volgende afdeelingen om door flankaanvallen de nog weerstandbiedende gedeelten te doen vallen. Kon men vroeger van meening zijn dat met een gelukten stormaanval het doel was bereikt, tegen woordig moet men ervan zijn overtuigd, dat dan eerst het zwaarste deel van het werk begint, nml. het verder doordringen in de diepte c q. vasthouden van het bereikte. Daarom mag geen enkele vredes- oefening eindigen met een gelukten stormaanval. 577

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 25