Hoewel, reeds in Augustus 1914, deze diensten op krachtige wijze
georganiseerd werden, kon men den achterstand niet inhalen en
bleef men gedurende den geheelen oorlog verre in de minderheid.
Een kern van geschoold personeel, een reeds in vredestijd uit
gelegd spionnagenet in het buitenland, met de vereischte relaties
aldaar, ontbraken, en het is onmogelijk gebleken, dat in oorlogs
tijd te herstellen. Elke oorlogsmachine, op welk ge
bied ook, verlangt een grondige voorbereiding
:i n v r e d e s t ij d.
Goed in orde daarentegen was de Duitsche Mil. Inl. Dienst,
welke reeds lang voor 1914 zijn relatiën had aangeknoopt in die
landen, waarmede het mogelijk wel eens in conflict zou kunnen
komen. Bij het uitbreken van den grooten oorlog was de Duit
sche Gen. Staf volledig op de hoogte omtrent de dislocatie van
de Russ. en Fransche troepen, den aanleg van strategische wegen,
■omtrent de bewapening, uitrusting en den graad van geoefend
heid der soldaten.
Een moderne oorlog is geen strijd meer tusschen de legers der
belligerenten onderling; het is een worsteling, waarin de volkeren
in hun geheel opgaan en met gemobiliseerde industrie, landbouw
en hulpbronnen partij zijn. Juist daarom is het van het hoogste
belang, dat men steeds, vooral gedurende een oorlog, op de
hoogte blijft van het economisch vermogen, van de psychologi
sche en politieke geestesgesteldheid van zijn tegenpartij. Zoo kan
een succes, op het psychologisch goede oogenblik behaald, tot
een volledige ineenstorting van den vijand voeren, indien deze,
b.v. ten gevolge van economische of politieke omstandigheden,
een zware moreele depressie doormaakt. Een Inl. Dienst, welke in
staat is in dit opzicht betrouwbare gegevens te verschaffen, is
dan van onschatbare waarde.
Zooals reeds werd gezegd, kunnen de gewenschte inlichtingen
doorgaans gerangschikt worden in een politieke, een economi
sche en een militaire rubriek. Op welke wijze de diensten, die de
gegevens verschaffen, georganiseerd zijn, hoe deze zullen samen
werken, zal nader behandeld worden. Alleen moet er op gewezen
worden, dat hier, meer dan ergens anders, centrale leiding
geboden is, ten einde dubbelen en overbodigen arbeid te
vermijden. Bij de Entente mogendheden bleef, gedurende den ge
heelen oorlog, de leiding van den Inl. Dienst in handen van den
Gen. St., ook op economisch en politiek gebied, met medewer
king van de betrokken departementen. Het orgaan, dat van de ver
kregen gegevens gebruik moest maken, was hier dus tevens be
last met de centrale leiding. Deze zienswijze heeft men na den
oorlog niet meer overal gehuldigd hierop zal nader teruggeko
men worden.
Ten einde een denkbeeld te verkrijgen van de uitgebreidheid
van den Buitenl. Inl. Dienst, moge het volgende dienen, voorna
melijk ontleend aan Duitsche gegevens.
554