terreinomstandigheden in de omgeving. Omtrent
het verloop van het gevecht zal hij inlichtingen
A. T. V. 160 moeten inwinnen bij de voor zijnde afdeelingen,
terwijl hij steeds in verbinding moet blijven met de
naastbij zijnde troepen zoowel voor- als zijwaarts.
Hij moet nagaan welke gevallen zich kunnen voor
doen en de uitvoering overdenken b. v.
Tusschen de twee compagnieën in eerste linie is
een groote afstand ontstaan, beide kunnen niet meer
voorwaarts. Hoe te handelen wanneer wordt bevolen
door de ontstane opening den vijand, welke de ach
tergebleven compagnie ophoudt, te verdrijven?
De compagnie in eerste linie heeft zware verliezen
G.V.I. 111/5 geleden, moet wellicht worden vervangen, hoe dat
te doen (terreingesteldheidgunstig oogenblik: vuur-
pauze, eerste linie in terreinplooi of andere dekking;
111/5/ duisternis; formatie: de secties door de openingen
der eerste linie doen oprukken, ten einde vermenging
te voorkomen).
Staat de compagnie achter een niet aangeleunden
vleugel dan moeten in de eerste plaats maatregelen
worden genomen tot beveiliging van dien vleugel.
111/3/ Behalve door het uitzenden van patrouilles doet zij
dit door eene zoodanige opstelling te kiezen dat
hare geweermitrailleurs een aanval op de flank der
eerste linie krachtig onder vuur kunnen nemen.
111/4/ Hoe te handelen bij een flankaanval op de tweede
linie
Hoe om een teruggaan van de (een deel der)
eerste linie tot staan te brengen
Hoe om bij den stormaanval en bij het doordringen
tegenaanvallen af te slaan, daadwerkelijk steun te
verleenen c. q. voor het doordringen dan wel voor
het wijder maken van de geslagen bres?
Verder zal de compagniescommandant de uitrusting
van de manschappen controleeren, vooral wat wa
pening en munitie betreft, zorgen voor de verpleging
G. V. I. door b.v. den manschappen het medegevoerde maal
30/2//3/ te doen nuttigen, de veldflesch te doen vullen, spijs
en drank te doen bereiden, enz., terwijl door de
manschappen voortdurend bezig te doen houden
hen moet worden belet na te denken over het
dreigend gevaar en zoodoende hun moreel wordt
hooggehouden.
De compagniescommandant bl ij ft
steeds b ij z ij n compagnie, elk oogenblik
kan hij moeten handelen.
582