G. V. I. In den aanvang houdt de sectiecommandant zijne 78/1/ sectie zoolang mogelijk gesloten; de formatie waarin 78/2/ de sectie dan voorwaarts gaat is in hoofdzaak afhankelijk van het terrein, terwijl er voor moet 74/cworden gezorgd dat de sectie zooveel doenlijk tegen gezicht (ook uit de lucht) is gedekt en dat de sectie bij het zoeken naar de meest gedekte nadering niet van hare marschrichting afwijkt. R. I. 292 Meestal zal de colonne met tweeën worden geko zen, aangezien deze formatie het gemakkelijkst in het terrein te leiden is. G. v. I. De sectiecommandant wordt vergezeld door één 76 man van elke brigade en om te zorgen dat de sectie 75 zooveel doenlijk tegen gezicht gedekt is, zal hij op R. I. eenigen afstand vooruitgaan om tijdig het terrein 296/1/ (markante punten) en den marschweg (gedekte 296/3/ nadering) te verkennen ;de voorste brigadecom mandant moet dan zorgen voor de handhaving van de marschrichting van de sectie, waartoe hij van den sectiecommandant de noodige aanwijzingen ontvangt. Overigens zal de sectiecommandant ten behoeve van het handhaven van de goede richting vóór zijn sectie blijven. Wat betreft de verkenning, de beveili- blz 429 ging, het verband en de verbinding 433 gelden in algemeenen zin dezelfde beginselen als 435 bij de ontwikkeling van de compagnie besproken. Een kenmerkend iets evenwel zijn de ver kenners. 77 Heeft de sectie geen andere troepen vóór zich, dan wel op haar flank(en), dan zal de sectiecom mandant verkenners uitzenden, die, bij voorkeur twee aan twee, de sectie op 200 a 300 M. vooraf gaan of op gelijke hoogte buitenwaarts marcheeren. Zij dienen tot gevechtsverkenning tevens bevei liging in dit geval gelet op den korten afstand en de gebondenheid aan de sectie en moeten voorkomen dat de hen volgende sectie bij verras sing door den vijand onder vuur wordt genomen. Zij moeten de opstelling van den vijand verkennen en diens vuur uitlokken. Dikwijls zal het resultaat gering zijn. De tegenpartij zal ze rustig laten naderen en dan door een enkelen scherpschutter laten neer leggen. Hij zal dikwijls op een komenden aanval in de strook, waar zij voorwaarts gaan, worden opmerkzaam gemaakt. Men moet ze daarom niet schematisch aanwenden. Dikwijls zal het beter zijn, patrouilles, naar ora- 584

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 32