standigheden met een geweermitrailleur, terrein- afscheidingsgewijze vooruit te zenden. Deze hebben een zekere gevechtskracht en verraden minder het oogmerk dan de, het voorwaarts gaan der com pagnieën zoo karakteriseerende, verkenners. In elk geval mag de gevechtsverkenning en de beveiliging niet steeds op hen alleen berusten. Naar gelang van omstandigheden kan men de tegenpartij trachten te misleiden (uitzenden en geen aanval doen, niet uitzenden en wel een aanval doen). Men moet zich den tijd gunnen, hen goed over het terrein, den toestand, de richting en het doel in te lichten. Doet men dat niet, dan kan men ook niet verwachten, dat zij hun taak naar behooren kunnen vervullen de A. V. O. oefeningen zijn ten deze leerrijk. Zij gaan sprongsgewijze van terreinafscheiding tot terreinafscheiding vooruit, van hoogte tot hoogte, moeten open terreinstrooken snel oversteken, voordat de sectie zich op open terrein vertoont, gaan in G. V. I. bedekt terrein minder ver vooruit en mogen nimmer 77/1/2/ den samenhang met hun sectie verliezen. Zij waarschuwen door teekens of door terugzending 77/3/ van een man, indien zij den vijand ontdekken dreigt er onmiddellijk gevaar dan geven zij eenige schoten af. Met teekens kan men slechts eenvoudige meldin gen geven (b. v. verdacht terrein, terrein vrij, vliegma chines, vijand in die richting gezien). Deze teekens moeten te voren zijn afgesproken terwijl er bij de sectie (den sectiecommandant) bepaalde personen moeten zijn aangewezen om op de teekens van de verkenners te letten en deze over te nemen; dan heeft ook het geven van eenige waarschuwingsschoten effect. Terugzenden van een man zal dikwijls niet mogelijk zijn en kan soms de aanwezigheid van achterwaartsche, overigens goed gedekt opgestelde, troepen verraden. 77/4/ Wanneer de verkenners niet verder voorwaarts kunnen, blijven zij ter plaatse de sectie inwachten. Ook voor den sectiecommandant geldt het alge meen beginsel dat de aanwezigheid van eenalgemeene gevechtsbeveiliging hem niet ontheft van de op A. T. V. hem rustende plicht zich tegen verrassing te vrijwaren. 84/2/ Hij moet dus naar plaatselijke en oogenblikkelijke omstandigheden handelen. A. T. V. Ook voor hem gelden de beginselen omtrent het 160/2/ verband houden; ook hij moet steeds in verband 585

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 33