R.I. het voorwaarts gaan in opgeloste orde mag geen
297 angstvallige handhaving van richting en tusschen-
ruimte worden gevorderd, wèl moet onder alle
omstandigheden het verband bewaard blijven.
De maatregelen te treffen voor verkenning,
verband en verbinding zijn grootendeels
een uitvloeisel van de door den compagniescom
mandant gegeven bevelen.
A.T.V. 6 26 Een en ander blijft evenwel ook eigen zaak over-
30; 84/2/,160 eenkomstig de meermalen genoemde beginselen
G. V. I. De plaats van den sectiecomman-
75/1/ dant is vóór de richtingsbrigade; ook bij de op
geloste sectie kan hij op eenigen afstand vooruitgaan
R.I. om tijdig het terrein te verkennen, in welk geval
296/3/ de commandant van de richtingsbri
gade moet zorgen voor de handhaving van de
marschrichting van de sectie, waartoe hij van den
sectiecommandant de noodige aanwijzingen ontvangt.
G. V. I. Van de plaats van den gevechtstrein
73/3/ moet mededeeling worden gedaan met het oog op
aanvulling van munitie der geweermitrailleurs vóór
dat het eigenlijke vuurgevecht begint (b. v. verbruik
bij het vuur op vooruitgeschoven afdeelingen).
590