De landing-slichten op het terreiin worden alleen ontstoken als hij nadert en onmiddellijk gedoofd, zoodra de wielein van het vliegtuig den grond hebben aangeraakt. Mocht een bestuurder, door een motorstoring, gedwongen zijn te laaiden, dan seint hij de letter van den nacht, gevolgd door een opeenvolging van korte lichtflikkeringen als noodsein. De ver- lichtingsofficier zal dan alles in het werk stellen het landingster rein zoo vlug mogelijk vrij te maken, om hem te laten landen. De officier belast met het schijnterrein moet in het bezit zijn van een lijst, welke het herkenningssein bevat van elk zich in de lucht bevindend vliegtuig. Bij nadering van een vliegtuig, zal hij zich eerst duidelijk moe ten overtuigen van het sein van het aankomende vliegtuig en dan overleg plegen met den verlichtingsofficier, alvorens terug te seinen, dat mag worden geland. Indien meer dan één vliegtuig een sein geeft aan het schijn- vliegterrein, moet de officier van het schijniterrein beslissen, wien hij den voorrang zal geven. In dit geval zal hij den voorrang ge ven aan het vliegtuig, dat in den meest gunstigen stand is om te planeeren naar het hoofdterrein. Toestemming om te landen mag alleen verleend worden nadat de verlichtingsofficier alles „vrij" heeft gemeld. Indien een vliegtuig op het hoofdterrein breekt, zal de verlich tingsofficier onmiddiellijk het schijnterrein waarschuwen en maat regelen treffen 3 roode lampen om het obstakel te plaatsen; zoo- noodig verplaatst hij de landingsstrook of laat eein nood (lan dings L) uitzetten met voor dit doel geschikte lampen. Komt het voor, dat door een vergissing meer dan één vliegtuig het schijnterrein zou passeeren om te landen, dan moet de ver lichtingsofficier den bestuurder, dien hij wil beletten te landen, met een lichtstraal van een handseinlamp in het gezicht schijnen, Deze bestuurder moet dan weer opstijgen en naar het schijnter rein terugvliegen tot hem toestemming zal worden verleend te landen. Zoodra iemand is geland, moet deze spoedigst mogelijk uit de landingsstrook taxiën en scherp uitkijken naar hindernissen bij het doorgaan naai de hangars. Onder geen voorwaarde mag hij de landingsstrook kruisen of oversteken. Ad D. Maatregelen bij de aanwezigheid van vijandelijke luchtstrijdkrachten in de nabijheid van het vliegstation. Indiër: vijandelijke luchtstrijdkrachten in de nabijheid zijn, zal de bestuurder, die wenscht te landen, hiervoor gewaarschuwd worden door vanaf het schijnterrein het herkenningssein te beant woorden met de roode seinlamp; de bestuurder weet dan, dat vijandelijke luchtstrijdkrachten in de nabijheid zijn en moet wach ten tot hem toestemming om te landen zal worden verleend. 601

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 49