tot tijd geheel onttrokken is aan het vijandelijk vuur, zijne moreele krachten bewaart. A.V.O. 12/3/ Bij de A. V. O.-oefeningen voor de brigades moeten de sectiecommandanten er op toezien, dat werkelijk dekking tegen gezicht wordt genomen, het pionier gereedschap gebruikt c.q. uitgeleend en medegevoerd. Waar pionierarbeid om bijzondere redenen (verbodsbepalingen, bodemgesteldheid) niet mag geschieden, moet toch het pioniergereedschap door den man te voorschijn worden gehaald en in den grond gestoken bij wijze van markeeren en oefening in het medevoeren. G.I.V. 89. De sectiecommandant zal verder niet schromen om voorwaarts te gaan, ook al kunnen de nevenafdee- 'ingen de beweging niet volgen; hij moet er op vertrouwen, dat, indien hij succes heeft, zijn com pagniescommandant hem zal steunen. Die steun behoeft niet altijd uit troepen te bestaan, kan b. v. bestaan uit mitrailleur- of artillerievuur. De richting wordt onderhouden naar de brigade 75/1/ welke het meest voor is, de sectiecommandant bevindt zich dus voor deze brigade. /2/ Op korten afstand van den vijand zal de sectiecommandant zich i n een der brigades ophouden en vermijden om door onnoodige bewegingen 's vijands aandacht te trekken, ten einde niet ten offer te vallen aan de vijandelijke scherpschutters. Verder omvat de taak van den sectiecommandant gedurende den aanval: I- R- fl. zorgen voor een voortdurende gezichtsverbinding met den compagniescommandant en veelvuldig naar 303/2/ dezen kijken ten einde zijn teekens snel te kunnen G. V. I. opmerken; dezen op de hoogte houden van het verloop van den strijd bij de sectie, van alle bizon- oo derheden betreffende het terrein en den vijand, welke zijn waargenomen, zoowel in front als op de A. T. V. flanken alsmede van de ligging van het eigen artil- 160/1/ lerievuurhet verband met de nevenafdeelingen onderhouden. b. voortdurend doorgaan met verkennep, in de eerste plaats door eigen waarneming, verder door het inwinnen van inlichtingen bij nevenafdeelingen, vooruitschuiven van waarnemers, enz. GV. I. c. zich vroegtijdig een oordeel vormen over de 46/2/3/ gunstigste plaats om in het aanvalsdoel binnen te dringen en van de zwakke punten bericht zenden. De mededeelingen aan de sectiecommandanten 634

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 12