E.G.M. II Automatisch vuur wordt toegepast 49. Ie. wanneer gedurende korten tijd een groote vuur kracht moet worden ontwikkeld; 2e wanneer aan een dichten vuurbundel bijzondere voordeelen zijn verbonden. Zoo zal automatisch vuur worden afgegeven in dien zeer belangrijke doelen plotseling te voorschijn komen, bij de voorbereiding van den stormaanval, bij het afslaan van fegenstooten. G.V.l. 2c De vuursnelheid kan 230 schoten bedragen bij bediening met twee man doch deze kan niet gedu rende langen tijd worden voortgezet daar de loop niet afkoelbaar is. 83/1 Wanneer een of twee brigades meer naar achteren zijn geplaatst dan moet de sectiecommandant over wegen of hij de geweermitrailleurs van die bri- gade(s) aan het vuurgevecht kan laten deelnemen zonder gevaar voor de meer naar voren geplaatste brigade(s) van zijne of andere secties. Als regel geldt dat in de diepte opgestelde geweer- 83/2/ mitrailleurs door de openingen tusschen voor hen geplaatste brigades mogen doorschieten, als de afstand in de diepte gelijk is aan de tusschenruimte tusschen de voorste brigades. Is de afstand in de diepte grooter, dan mogen de daar geplaatste ge weermitrailleurs niet vuren. Voor wat het geweervuur betreft, zij her haald dat dit op de kleine afstanden (500 M. en daarbeneden) wordt afgegeven, het gezamenlijk vuur blz. 569 wanneer de steun van het geweermitrailleurvuur 570 niet meer voldoende is om terrein te winnen, het individueele vuur eerst op afstanden van hoogstens 100 of 200 M. Munitieaanvulling. G. V I. De sectiecommandant zal steeds de aanvulling van 95. munitie voor de geweermitrai leurs controleeren opdat deze wapens nooit gebrek aan munitie heb ben. Bij gebrek aan manschappen kan hij voor den opvoer de hulp van den compagniescommandant 30/1/ inroepen; van gevechtspauzen moet worden gebruik gemaakt om de munitie aan te vullen. 53/1/ Gebrek aan munitie in de vuurlinie is, vooral uit een moreel oogpunt, een groot gevaar. 53/2/ De sectiecommandant zal daarom steeds zijne aandacht wijden aan de aanvulling van muni ie, in het bijzonder in de oogenblikken, volgende op den stormaanval, omdat dan in den regel reeds een groot 636

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 14