aanvallen. Deze moeten dan worden aangevallen, vóórdat zij op stijgen of bij thuiskomst; in het laatste geval zullen zij als regel hun aanwezigheid verraden, doordat zij zullen seinen naar hun terrein, door het ontsteken van hun navigatelichten of door andere lichtverschijnselen. Het moreele effect, vijandelijke luchtstrijdkrachten te vernietigen boven hun eigen vliegterrein, is zeer groot en kan worden ver groot door tevens een aanval te doen op de hanggars, het anti- luchtvaartgeschut en de zoeklichten, voornamelijk indien de aan vallers worden bewapend met lichte bommen, welke moeten wor den geworpen, zoodra een vijandelijk vliegtuig tracht te landen. Vliegtuigen voor twee personen eigenen zich het beste voor deze wijze van aanvallen, daar de waarnemer den mitrailleur gedurende den aanval moet bedienen, terwijl de bestuurder zijn handen vol heeft zijn vliegtuig op de juiste plaats te brengen. Dit vereischt den geheelen persoon, omdat hij tot dicht bij den grond zal moeten naderen om resultaten te verkrijgen, hetgeen juist 's nachts zeer lastig is, daar de vijandelijke zoeklichten en het mondingsvuur van hel antiluchtvaartgeschut hem daarbij zeer zullen hinderen. b. Het verdedigend gevecht. De kans om luchtstrijdkrachten in het duister te ontmoeten is als regel klein; het verdedigend luchtgevecht hangt dus, om kans van slagen te hebben, in hooge mate af van eene goede samen werking met het personeel van de grond-organisatie (zoeklichten en antiluchtvaartgeschut). Het in werking stellen van zoeklichten duidt op een verschijnen van vijandelijke luchtstrijdkrachten. Indien een bestuurder een vijandelijk vliegtuig wil aanvallen, dat gevangen is in verschillende zoeklichtbundels, zal hij de be dieningen der luchtdoelbatterijen zijn bedoeling kenbaar maken dooi series punten te seinen met zijn seinlamp. Zoodra dit sein wordt opgemerkt, zwijgt het luchtdoelgeschut, terwijl de zoek lichten doorgaan den vijand in hun bundels te houden. Een goed geoefende bediening van een zoeklicht kan, over het algemeen, ongeveer de hoogte bepalen op welke vijandelijke lucht strijdkrachten vliegen, zelfs indien zij deze niet onmiddellijk in hun bundels kunnen krijgen; daarom moeten vliegtuigbestuurders trachten op eene hoogte te komen, waarop deze bundels elkaar snijden, en al dalende of opstijgende goed uitkijken. Teneinde vijandelijke luchtstrijdkrachten te beletten over eigen gebied heen te vliegen en hen onmiddellijk te kunnen aangrijpen, moet een patrouilledienst worden ingesteld op zoodanige wijze, dat elke patrouille een zoo groot mogelijke strook bewaakt. Het aantal vliegtuigen, waaruit zoo'n patrouille moet bestaan, zal van omstandigheden afhangen; het zal noodig zijn de vlieg tuigen op verschillende hoogten te doen patrouilleeren. 655

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 33