niet anders meer kan; wat de instructeur, volgens zijn principes,
commandeert, heeft de soldaat maar uit te voeren.
Vraag je vooral niet af, of de man het wel prettig vindt wat
hij doet; stramheid en nog eens stramheid, onder argusoogen van
den meerdere. En als er dan oorlog komt, en de luitenant is
dood, en de sergeant ook, welnu dan nog zullen die ge
dresseerde individuen hun plicht doen, want ze kunnen immers
niet anders. Aangezien ik lijnrecht sta tegenover dergelijke stel
lingen, wil ik gaarne een beschouwing geven over het artikel
van den heer Giebel, dat zoowel de physiologie, de psychologie
als de paedagogiek raakt.
Mogelijk dat op mijn zienswijze de opvatting van mijn eersten
chef invloed heeft gehad Die was alleen stram, als het moest.
En, dan kostte het ook aan niemand moeite, want ze deden het
allemaal graag Iedereen wist en begreep, dat, als het niet noodig
was, diè Toewan het ook niet zou eischen. Dat is ook een
systeemEn van slapheid geen sprake, 't Is nog maar een paar
dagen geleden, dat Prof. Kohnstamm, Hoogleeraar in de Opvoed
kunde, op college zei„Als men gepaste vrijheid wil voor het
kind, en eerbied voor het persoonlijke (wat den mensch verheft
boven het dier), dan is dat geen tuchteloosheid.
En zou men hiervan nu niets op den soldaat kunnen toepassen?
Zelfs op den Inlandschen soldaat? Waaronder er toch ook zijn,
ik ondervond het zelf, die goed willen, en alleen maar een goede
leiding behoeven. Leiding, die gepaard gaat met rechtvaardige
strengheid, als het moet. En die nooit overslaat tot slapheid.
Natuurlijk zal men eens bedrogen uitkomen, meer dan eens.
Doch zoolang er ook goede, en zelfs vele goede elementen on
der de militairen schuilen, zoolang zal er naast de specifieke
opleiding ook plaats zijn voor eene, noem het, militaire opvoeding.
Het woord opvoeding komt niet voor in het te bespreken artikel.
Wat is opvoeding? Er is een definitie die zegt:
„Opvoeding is de opzettelijke leiding bij de ontwikkeling van
lichaam en geest."
Kort en goed! Dat is juist wat de soldaat noodig heeft.
En wat is het doel van de opvoeding?
Deze vraag is lastiger zoo kort te beantwoorden. Dat doel wis
selt heel dikwijls en heel sterk met de levensbeschouwing.
En waar het niet zoo eenvoudig is zich in de levensbeschou
wing of de wereldbeschouwing van den niet-Europeeschen sol
daat in te denken, staan we daarmee voor een probleem, dat zeer
moeilijk zou zijn, als die wereldbeschouwing van dien eenvou-
digen man diep ging. 'k Geloof niet, dat dat het geval is.
En ze wordt ook nooit op den spits gedreven. Althans, men
merkt daar niets van in de praktijk. Zoodat we deze mogelijkheid
wel eenigszins buiten beschouwing kunnen laten. Er zijn velen,
die betwijfelen of zoo'n ongeletterde mensch er wel een levens
beschouwing op na houdt. Ik meen van wel, al zouden ze de
663