om een inrichting zooals die te Magelang met ongeveer 700 pu
pillen, behoorlijk te doen „marcheeren" terwijl maar weinig z.g
tuchtmiddelen voorradig zijn, waarvan bovendien nog maar heel
zelden gebruik behoeft te worden gemaakt.
Ik keer thans terug tot het artikel van den heer G.
Reeds de eerste alinea's van het artikel van den Heer G.
brachten me tot lezen en herlezen. Vooral, omdat daar de woor
den „denken" en „zien" zoo'n beetje door elkaar gebruikt worden.
Het kwam mij voor dat schr. de klemtoon legde op dat „denken
van den schutter terwijl we den man toch vooral zullen willen
voorhouden goed te zien. Een nadere aanleiding voor mij om
te „denken" was, dat schr. als reactietijd noemde, den tijd welke
er verloopt tusschen waarnemen en handelen. Waar een schutter
zijn doel waarneemt, zoolang het er is, moet men zich wel goed
bewust zijn, dat met dit waarnemen een feit, dat zich in een
moment afspeelt, wordt bedoeld.
Ik wil maar zeggen, dat men in studieboeken dat woord waar
nemen in verband met den reactietijd niet licht zal aantreffen.
De reactietijd is de tijd welke er verloopt tusschen een u i t -
w n d i g e n prikkel en de willekeurige beweging waarmee men
op dezen prikkel reageert". Een dergelijke_ prikkel behoeft nog
geen waarneming te zijn. Een gewaarwording is ook voldoende.
Op deze wijze werd ik er als vanzelf toe gebracht om het
artikel vooral niet ongelezen terzijde te leggen, terwijl ik de
prettige ervaring opdeed het geheel met schr. eens te zijn, waar
hij er den nadruk op legde, dat men snel moet doordrukken, na
rustig drukpunt te hebben genomen, zoodra men ziet, dat men
gericht is. Hoe moet men dit nu een ongeoefende leeren? vraagt
SCEn dan luidt het antwoord, dat dit heel eenvoudig is. Men
leert den man z'n wijsvinger te buigen, waarbij door spierspan
ning alle andere gewrichten van het lichaam onbewegelijk blijven,
terwijl de man er „eenvoudig" voor heeft te zorgen, dat aan die
rechtervuist, behalve dan de betrokken wijsvinger, niets beweegt.
Nu geloof ik, dat het zóó eenvoudig niet is. Misschien zou het
kunnen gelukken door spierspanningen, waarvan we er over het
algemeen toch al te veel hebben, de gewrichten te fixeeren. Maar
het droevige gevolg zou dan zijn dat het lichaam veel meer trilde
dan in een gewone, rustiger houding. Ik ben van meening, dat
•een goed schutter er een rustige houding op na houdt, zonder
veel spanningenen daarom lijkt het mij niet goed den begin-
nenden schutter als hij nog niets anders doet dan een paar
vingerbewegingen, reeds lastig te vallen met gewrichten-fixatie en
spierspanning.
Afgescheiden nog van het feit, dat het mij vrij wel onmogelijk
voorkomt, den wijsvinger te buigen en te strekken, zonder dat er
iets aan dien vuist zelf zal bewegen. Om de eenvoudige reden,
668