es» s js :ErSHSe;Si£a^egSe^r'«Stt„T SiTen"Ss l: hTSi.t v7ed geS;ïnmoS eeniee wat bedoelde heer kon zeggen, was: „Hoe is het dat iemand dat in deze eeuw nog kan schrijven. Verder wil ik niintPn laten rusten Die „voorwaarden voor oefening en tad wat nog veel krasser klinkt. De tweede alinea van onder 'U'd|n"dat ODZicht heeft een militair instructeur het veel gemakke- ,-m" 7 mi he ris n el ii k e uitvoering van iedere oefening is voor zakelijk was met het oog op de speciale structuur van de mill t3iDaa^nfzeeatPschr dat de instructeur een middel heeft om te SSS denkt.Z'"k tSTM M meenL verschillen, omdat ik me uit m'n eigen opleid,mgs .jd noe best herinner wel eens onbewegelijk inde houding te hebben gestaan soms veel langer dan me lief was, en dan noodig was terwijl 'm'n gedachten met heel andere zaken bezig waren k Stel de vaag- „Wie heeft dat nooit ondervonden?' En zoo is het ook hed goed mogelijk dat een militair stijf en stram in de houding staat, vlak voor de eigenlijke oefening begint, en dat j toch bij zich zelf denkt„Wat is het tegenwoordig bij den dienst toch vervelend 'k zal blij zijn als dit uurtje mik-mak maar weer V°Dat\an onder sommige omstandigheden toch merkelijk heel menschelijk zijn. Omdat het nooit zal gelukken den geest van den man stram in de houding te zetten. Op pag. 738 geeft schr. als z'n meening te kennen dat het S V. 1. onder andere nog 7 hoofdstukjes behoorde te bevatte in verband met de 7 op die pagina genoemde handelingen, waarvan de schrijver zegt, dat ze mets met elkaar gemeen 675

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 53