onderdeeltje, terug dus naar het begin, meer oefenen, meer
h6pag. 740 stelt domme recruten als tegenstelling van handige dito.
Nu gaat dit lang niet altijd op, en zeker bij het schieten met.
Er schiet me tenminste een aardig geval in de gedachten van
een dom soldaat, een stommerd zelfs, die toch een razend handig
schutter was. De man bracht menig weekje in de provoost door.
Daar had hij z'n tenten ook opgeslagen toen er bij het Kegi-
ment de jaarlijksche schietwedstrijden plaats hadden. Bij die
bijzondere gelegenheid viel hem de eer te beurt toch voor z n
korps te mogen uitkomen. Hij won de eerste prijs (personeel), en
kwam in den namiddag de kazerne binnen met den lauwerkrans aan
zün o-eweer. Op de gebruikelijke wijze werd hem daarna zn
logies weer aangeduid. Het was een ras-schutter, maar een domme
kerel. it
Er zijn twee onderwerpen van algemeene beteekems, welke
door het geheele artikel heen steeds de aandacht vragen. Dat
zijn n 1. de eischen waaraan een algemeene methode van onderwijs
moet voldoen, en de voor- en de nadeelen van het klassikale
onderricht.
Het laatstgenoemde heeft reeds tientallen van jaren heel wa
oennen in beweging gebracht, en het leven geschonken aan
een aanzienlijke hoeveelheid literatuur. Zeer lezenswaardig is
het werkje van Dr. S.C. Bokhorst, getiteld: Individueel onderwijs
en het Daltonplan. Bovendien is het vorige jaar een zeer interessant
werkje verschenen van de hand van den heer L. Groeneweg, dat
den titel voert: „Persoonlijkheidsonderwijs". Men zou zoo denken
ïs men dien titel leest! dat het werkje zeer zeker toch we
gewijd zal zijn aan b.v. de rijpere jeugd. Maar dat is niet het
geval. ri
Het streven naar persoonlijkheidsonderwijs geldt hier reeds
kinderen van de lagere school. En in geen enkel werk vond
een woord over „oefenen met stramheid". Alles duidt daarentegen
in de tegenovergestelde richting. En overal ziet men het logische
streven, om de nadeelen welke nu eenmaal noodzakelijk verbonde
zijn aan het klassikale onderwijs zooveel mogelijk te elimineeren,
door, waar noodig en waar mogelijk, persoonlijk onderwijs te
geven.
Als er sprake kan zijn van algemeene principes waarmee een
ieder, die onderwijs geeft, rekening moet houden, dan zijn dit ae
eischen welke men te stellen heeft aan een algemeene me o
En deze zijn:
Belangstelling wekken.
Aanschouwelijk zijn.
Zelfwerkzaamheid bevorderen.
Geleidelijk zijn.
Practisch zijn.
677