absoluut m'n bedoeling niet is. Het gaat hier om het eenvoudige feit, dat èf schr. zich heeft vergist, óf dat ondergeteekende mis is in zijne opvattingen. In beide gevallen is een bespreking op z'n plaats, en in beide gevallen kan het voor de betrokken personen niet anders dan goed zijn dat ze tijdig op onjuistheden worden attent gemaakt. Op hetgeen schrijver betoogt onder het hoofdLichamelijke eigenschappen en karaktereigenschappen, hoop ik in een volgend artikel terug te komen. 682

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 60