absoluut m'n bedoeling niet is. Het gaat hier om het eenvoudige
feit, dat èf schr. zich heeft vergist, óf dat ondergeteekende
mis is in zijne opvattingen.
In beide gevallen is een bespreking op z'n plaats, en in beide
gevallen kan het voor de betrokken personen niet anders dan
goed zijn dat ze tijdig op onjuistheden worden attent gemaakt.
Op hetgeen schrijver betoogt onder het hoofdLichamelijke
eigenschappen en karaktereigenschappen, hoop ik in een volgend
artikel terug te komen.
682