de gevaarlijke zóne door te komen moeten onver- G. V. 1. wijld en verrassend voor den vijand worden benut. 42/3/ Om ook daarbij kleine doelen, welke niet loonend zijn voor een groot gebruik van munitie, te bieden, 60 kan het voorwaarts gaan in kleinere deelen, b. v. opgelost in groepen en zonder regelmaat snel c. q. sprongsgewijze geschieden. Dit zal zeker aanbeveling verdienen, wanneer het terrein moet doorschreden worden, om tactische redenen b. v., hoewel het nog onder hevig storend vuur ligt. G.V.I. 42/4/ De sprong kan niet grooter zijn dan 50 alOOM. Maakt men van een vuurpauze des vijands gebruik en wordt men toch door artillerievuur overvallen, dan dient men onmiddellijk te gaan liggen en de aanwezige dekking zooveel mogelijk te benutten of wel moet men trachten op de snelste wijze naar voren uit het vuur te komen. Naar gelang van de mate van storing gaat de leiding van het voorwaarts gaan uit handen van den sectiecommandant over op de brigadecommandanten, de groepscommandanten, de commandanten van groepjes. G.V. Mob. A. Vernietigingsvuur of afsluitingsvuur waarbij het 622/2/3/noodzakelijk kan worden om de verspreide orde 23o b aan te nemen ten einde de kwetsbaarheid te ver- G.V.l. 60. minderen (ijle doelen) en waarbij dan de manschap- R.I. 265 /3/. pen zichzelf rekenschap moeten geven van het punt waarheen zij zich bij het voorwaarts gaan moeten begeven, zullen onder de gevechtsomstandigheden, waarvan thans sprake is (nadering, geboden doelen, vermijden van terreindeelen waarop de vijandelijke artillerie ingeschoten is) wel niet voorkomen. Onder storend artillerievuur kan in het bijzonder blijken of de brigade- en reservebrigadecomman danten over een hoog moreel beschikken en hun manschappen in de hand hebben. Het optreden tegen een alleenstaand (vooruitgeschoven) mitrailleurnest. G.V.S. 121. Als algemeen beginsel geldt, dat, wanneer een troepenafdeeling uit enkele terreingedeelten vuur krijgt, zelfs van mitrailleurs, dit geen reden mag zijn om voor het geheel de voorwaartsche beweging te staken. Zoolang er deelen zijn van de troepenaf deeling, welke geen vuur krijgen, blijven deze voor waarts gaan. Al spoedig zal blijken of men slechts 629

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 7