Vooraf dient met het betrokken kamponghoofd en den eigen lijken bewoner t. z. overleg te worden gepleegd. Een betrekkelijk ruime vergoeding aan den laatste is hier noodzakelijk. De omsingeling van de woning kan tegen het aanbreken van den dag worden verwacht; dus omstreeks 500 v. m. 7 October: De bende trekt 500 v. m. uit het Oostelijk deel van kp. G. Batoe 1 naar het Noorden, ten einde de rots stelling (Q 22) te bezetten en met de „kompeuni" een openlijken strijd aan te gaan. Bij het aftrekken van den troep uit de kp. G. Batoe 1 zal de bende dezen met geweervuur naar zich toe lokken. Hierop volgt de aanval van de „kompeuni". Nadat de stelling genomen is, wordt gezamenlijk naar Tinggardjaja afgemarcheerd en aldaar den nacht doorgebracht. 8 en 9 October: Marsch over Tjibaroesa naar Lemah- abang, van waar de troep per trein naar het garnizoen wordt vervoerd. De korps (compies) ct. B. Aan j Onderlt. Den len Luitenant A.O.O.I. C I S. M. 1. Bij deze oefening worden dus beoefend het uithooren van gevangenenhet treffen van maatregelen, om in het bivak gedrongen djahats onschadelijk te maken; het afslaan, c.q. voorkomen van een klewangaanvalde nachtelijke omsingeling van een woning en ten slotte het nemen van een rotsstelling. Deze laatste handeling, die zeldzaam voorkomt, is tegelijkertijd als een apotheose bedoeld, waarbij de troep de gelegenheid verkrijgt de bende en vooral het bendehoofd in handen te krijgen, hetgeen den achtervolger de satisfactie verschaft, welke bij een vredesoefening haast niet kan worden ontbeerd. Uiteraard kunnen tal van variaties worden aangebracht; doch men hoede zich er voor het program te overladen. Het verdient alleszins aanbeveling om als korps (comp.) ct de verschillende handelingen persoonlijk te leiden, zonder dat de persoon v/d leider op bepaalde plaatsen vermoedens opwekt betreffende de aanwezigheid van de bende. Is men door omstandigheden niet in de gelegenheid de oefening in persoon te leiden, dan is het voor het geregeld verloop en 725

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 29