stand wordt geplaatst. Zoo wordt het dan mogelijk groote ele
vatie te geven.
Hetzelfde resultaat kan bereikt worden door verkorting van de
affuitlengte.
Ook ziet men de oplossing gezocht in het vér achterwaarts aan
brengen van de wiegtappen, waardoor weer het kanon voldoende
ver ongehinderd kan terugloopen. (Vaak wordt dan eene inrich
ting noodig om den invloed van het ongelijke gewicht der deelen
vóór en achter de draaiïngsas te veronzijdigen)
Ten slotte kan men een automatische regeling van den terugloop
toepassen waardoor bij het grooter worden der elevatiën de terug
looplengte wordt verkort.
Een werkelijk uitgebreid „höhen-richtfeld" verkrijgt men eerst
wanneer men vóór alles zorg heeft gedragen voor eene inrichting
van den vuurmond waarbij in alle zijdelingsche standen het kanon
ongehinderd tusschen de zijwangen der affuit dóór, kan terugloo
pen. Dan zal men vaak besluiten tot een systeem van verplaatsing
van de affuit over de as, instede van een verplaatsing van het
kanon over de affuit.
Een andere uitkomst biedt de spreid-affuit.
II. Kanon of houwitser, kaliber van den vuurmond.
Bij een oorlog in bergterrein zal de behoefte zich doen gevoe
len aan krombaanvuur, waarmee doelen achter terreindekkingen
of in terreinplooien kunnen worden bestreden, die voor vlakbaan-
vuur onbereikbaar zouden zijn.
Zeker moet ook groote waarde worden toegekend aan het ver
mogen om vèr te schieten. Immers wordt het dan mogelijk om den
vijand ernstig te hinderen op zijne verbindingen, waarvoor hij is
aangewezen op de enkele bestaande wegen. Veelal ook dwingt
het terrein tot eene opstelling in de diepte.
Vóór alles zal men echter groote juistheid vragen, want bij de
moeilijke munitie-aanvulling is elk schot kostbaar.
Het is dus gewenscht om zoowel juist schietende houwitsers als
juist schietende kanonnen te bezitten, een houwitser van 10 a 12
cM. bijvoorbeeld naast een kanon van 7.5 cM.
Is men uit een oogpunt van vervoer aan afmetingen voor de
projectielen gebonden (ook aan kaliber dus) zoo kan de grootste
juistheid slechts worden nagestreefd door het kanon langer te
maken en de V0 te verhoogen.
Als wij in Indië, voor de munitie-aanvulling inheemsche draag-
paardjes moeten gebruiken, dan is ook de grens vastgesteld van
het kaliber onzer vuurmonden. Per draagdier moet een loonend
aantal projectielen kunnen worden vervoerd en acht (bij een ka-
iiber van 7.5 cM.) is zeker wel een minimum te achten.
Aangewezen op één enkele geschutsoort en wel op het kanon
van 7.5 cM. (of minder) dwingt de noodzaak tot het zoeken
699