van Dr. K. W. Schulte uit Berlijn, getiteld: „Eignungs- und Leis- tungsprüfung im Sport", dat niet minder dan 302 rijk geïllustreerde pagina's telt. Op dat experiment trok men een gebouw op van zeer groote waarde: „De psychotechniek". Men meende daarmee volkomen te kunnen bepalen wat iemand kon en wat hij niet kon, wat een jongen moest worden en wat hij vooral niet moest worden. Het was te verwachten dat deze jonge wetenschap, die zoo bui tengewoon snel en voorspoedig opgroeide, de kans zou loopen van meer te beloven dan te kunnen doen. Ook hier was de actie te groot, zoodat de reactie niet kon uitblijven. Het bleek al ras, dat men één ding over het hoofd had gezien, en wel, de geweldige invloed die er uit gaat van datgene wat zich niet laat meten, de beroepsliefde. Het neemt niet weg, dat de psychotechniek groote diensten kan bewijzen en dit reeds heeft gedaan. Het Ameri- kaansche leger ging in deze voor, op zeer grooten schaal. Andere legers en corpsen en maatschappijen volgden. Ook het Hollandsche leger, waar het psychotechnisch onderzoek wordt toe gepast op een ieder die in het legerverband wordt opgenomen. Een eerste Luitenant is belast met de regeling en de goede gang van zaken. Deze officier heeft zijn bureau te Utrecht en is daar in een goede gelegenheid om verder psychologie te studee- ren, aan de Rijks-universiteit. Het verschil in waardeering voor de psychotechniek kwam, naar ik meen, ook nog al uit in de artikelen van de heeren van Saar- loos en de Ruijter v. Steveninck, eenige maanden geleden voor komend in dit tijdschrift. Hoe het ook zij, voor heel vele onder nemingen, zooals politie, leger, chauffeursopleidingen, enz. enz., was de psychotechniek meer dan een goede vingerwijzing. Ook zijn er honderde scholen die er gebruik van maken om althans eenig inzicht te krijgen in de geestesgesteldheid harer pupillen. Er zijn er ook reeds toegepast op Inlandsche kinderen. De dissertatie van Ir. Kits van Heiningen was b. v. getiteld: „Westersche intellectproeven toegepast op de Oostersche psyche". Wat zooal de redenen waren dat de jonge wetenschap op som mig gebied hooger vloog dan goed voor haar was, beschrijft Dr. J. L. Prak in een artikel: „Kenteringsverschijnselen in de psycho techniek." „Ik meen dat een reeks van oorzaken, ten deele noodwendige, ten deele toevallige, tot dezen toestand hebben meegewerkt. In de eerste plaats verwachtte men gouden bergen van een vak, dat nog in de kinderschoenen staat. Men hield er geen reke ning mee dat de psychotechniek deze schoone beloften onmogelijk op korten termijn kan inlossen. En het heftig oplaaiend enthou siasme en de geringe psychologische kennis, ook der ontwikkelden, leidde tot een even ijverig als funest dilettantisme. Hiertoe droeg nog bij de rneer commercieele dan wetenschappelijke gezindheid van sommige propagandisten en apparatenverkoopers." 739

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 43