De iezer zal bemerken dat, hoewel men op deze manier wel een beetje op zijpaden komt, er nog altijd en alleen sprake is van den geest van den mensch. In het artikel van den heer Giebel, dat mij aan het schrijven bracht, wordt deze psyche zoo op den achtergrond geduwd, dat, behalve al het andere, dit alleen meer dan de moeite loonen moest, om het nader te gaan belichten. Het is zoo eenvoudig niet als de heer G. het voorstelde. Ook de een voudige mensch, onze Inlandsche soldaat, is en blijft een psychisch wezen, dat denkt, ondanks alle discipline en ieder commando. En ze denken en handelen heel dikwijls als hoogstaande psy chische wezens. Wilt u één bewijs. Lees dan den brief welke op 6 April 1918 door wijlen Kapitein Paris aan een vriend werd verzonden. Hoe hij in moeilijke omstandigheden den toestand aan den ser geant blootlegde, en hoe daarna de woorden van gewone soldaten beslisten wat er onder die zware omstandigheden gebeuren moest. Het is een wondermooi voorbeeld van kracht en geest. Dr. Prak sprak van een funest dilettantisme. Dat vindt men overal, daarvoor behoeft men niet terug te keeren tot onze oude Rederijkers. Als schrijver dezes zich b. v. een oordeel zou durven aanmati gen over, noem maar eens de psychotechniek, of over de psycho analyse van Prof. Freud, zonder eerst zich een zeer groote moeite te hebben getroost om achter de kern van die zaken te komen, dan maakte hij zich schuldig aan een zeer funest dilettantisme, pn daarom, dit zij hier even terloops opgemerkt, bepaalde hij zich tot het noemen en bekijken van vele dingen, zonder te oordeelen. Onze soldaten moeten voor een deel opgevoed worden door en in de sport. Van meet af aan moeten ze leeren wars te zijn van alles wat unfair is, en leeren zien en waardeeren het goede in hun medemensch. Als men de menschen kan leeren werkelijk sportief te zijn, dan zijn ze voor 50 opgevoed. Gister, 8 Juni 1926 meerde hier in Amsterdam een groote Amerikaansche krui ser. En heden, 9 Juni, waren groepjes matrozen op de achter terreinen van het stadion bezig zich te trainen en te ontspannen, door het beoefenen van hun mooi en geliefd en mannelijk Base-ball. Men vond algemeen dat er van hun sport en van hunne houding iets moois en flinks uitging. Maar, afgescheiden van al die uitspraken van Professoren en andere geleerde heeren, kunnen we ons zelf de vraag stellen: Hoe denken wij over die invloeden op 's menschen geest; hoe staat onze intuïtie er tegenover? Als men een soldaat flink de gelegenheid geeft om zich te oefenen in allerlei spelen en sporten, en in allerlei oefeningen en bewegingen, waarbij hij nu weer eens te kort schiet in durf, dan weer in vertrouwen. Maar door het nóg eens te probeeren ziet hij dat het hem lukt. Als de man zoodoende leert, dat hij tenslotte toch evengoed kan als een ander, als hij 740

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 44