262/2/ het pioniergereedschap is even noodig als het geweer;
9fin/1/. het terrein en het pioniergereedschap dienen te worden benut
26P tot verhooging van de vuuruitwerking, tot gezichtsdekking
262/1/ en tot vuurdekking.
Het algemeen beginsel dat, waar mogelijk, de kracht van
de verdediging goeddeels zal moeten worden gezocht in
153(jI den aanval wordt bij de vorenomschreven verdediging toe-
G.V.l. gepast door den aanval te houden binnen de grenzen van
176/1/ het te verdedigen terreindeel (terreinvoorwerp) het uitvoeren
222/V van een zoogenaamde tegenstoot waarbij men zich moet
tevreden stellen met den binnen gedrongen vijand er uit
te werpen.
Zulks om het doel, nml. het ontzeggen van het bezit
of het gebruik van het bepaalde terreindeel of terreinvoor
werp aan de tegenpartij, niet voorbij te streven.
A.T.V. Alleen op uitdrukkelijk bevel mag dit offensief
Xq3^2( verder worden doorgezet dan het geheel heroveren van het
176/2/ verloren gegane terrein.
In overeenstemming daarmede wordt dan ook de vijand
G.V.l. niet te voet vervolgd, wanneer hij uit het te verdedigen
222/2/ terreindeel is teruggeworpen. Buiten de eigen opstelling
vervolgt de bezetting alleen met vuur.
G.V.l. De verdediging moet tot het uiterste worden ge-
170/2/ voerd totdenlaatsten man moet worden stand ge-
112 houden; onder geen voorwaarde mag worden terug-
202/1/' gegaan zulks spreekt vanzelfeen troep, die dient tot
213/2/' verzekering of beveiliging van den aanval van andere troepen
A.T.V. moet tot het uiterste stand houden.
q^3/ Wordt zulks niet gewenscht, dan dient dit nader uitdruk-
170/2/; kelijk te worden bevolen.
202/1/
Het schootsveld.
In verband met het vorenomschreven doel van de ver
dediging wordt ten aanzien van het schootsveld en de
daarmede verband houdende plaats van de voorste verdedi
gingslijn als beginsel vermeld dat het voor den verdedi
ger z e e r v 0 0 r d e e 1 i g is, wanneer het vast te houden
terreindeel (terreinvoorwerp) waar's vijands zijde wordt be-
ATV grensd door een terreinstrook, welke de eigen vuuruitwerking
151/1/" begunstigt, dus in het algemeen door een strook open
terreindan wel dat den vijand de nadering wordt be
moeilijkt door een belangrijke terreinhindernis, inzonderheid
wanneer deze door den verdediger krachtig met vuur kan
worden bestreken.
744