Wat betreft de plaats van commandant en onder commandanten zij aangeteekend dat de commandant van de mitrailleurcompagnie zich gewoonlijk ophoudt bij den regimentscommandant, een pelotonscommandant bij den commandant, ter wiens beschikking zijn peloton eventueel is gesteld, terwijl een sectiecommandant als regel bij zijne sectie blijft. Bij den aanval bepaalt de regimentscom- G.V.I. mandant of en zoo ja welke onderdeelen van de mi- 149/1/ trailleurcompagnie aan een of meer bataljons zullen worden toegevoegdde bevelen daarvoor moeten in de bevelen 100 voor de aanvankelijke gevechtsgroepeering van het regiment worden opgenomen, zoodat er hoegenaamd geen twijfel kan bestaan over de bevelsverhouding. De rest, welke hij onder zijne onmiddellijke bevelen houdt, kan hij gedeeltelijk 149/2/ een bepaalde vuuropdracht geven (b. v. dekking van het voorwaarts gaan) gedeeltelijk in reserve houden; ook de opdracht daarvoor moet in de bevelen voor de aanvankelijke 142/1/ gevechtsgroepeering worden opgenomen en later in die voor c. het gevecht. In zijne mitrailleurs beschikt de regimentscommandant over een machtig middel om (blijvend) invloed uit te oefenen op het verloop van het gevecht, door de bataljons op een bepaald punt te versterken (b.v. tegenover het zwakke punt van den vijand) zonder de eerste linie (en de tweede) te dicht aan menschen te maken door bestaande of ontstaande 159/1/ openingen tusschen de bataljons af te sluiten; door ver sterking van een bataljon, hetwelk hij om bepaalde redenen een naar verhouding zeer breed front moet aanwijzen, dit in staat te stellen toch met eigen kracht in het vijandelijke front binnen en door te dringendoor het bezigen van mitrailleurs ter bestrijking van terreinen op vleugel of flank. Het verdient dan ook aanbeveling dat hij zoolang mogelijk een deel zijner mitrailleurs in reserve houdt. Is deze reserve in den loop van het gevecht ingezet, dan moet hij trachten eene nieuwe reserve te vormen b. v. uit de mitrailleurs, r v i welke aan hun opdracht hebben voldaan of niet noodig 149/3/ blijken te zijn, dan wel niet worden gebruikt, c. q. worden deze voor zoover reeds ingedeeld bij een bataljon, daaraan geheel of gedeeltelijk weder onttrokken. rv. Bij deverdediging geldt in het algemeen ook het- 178 geen omtrent de mitrailleurs bij den aanval is gezegd; in zijne bevelen zal de regimentscommandant de opdracht voor 234/2/ mitrailleurcompagnie vermeldenhet breken van 's vijands A.T V. aanval moet, afgescheiden van het vuur der artillerie, voor- 151/2/ namelijk door de mitrailleurs geschieden, welke daartoe /4/ volgens een wel te overwegen plan, in de breedte en diepte, 758

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 62