164/1/ in stelling zal houden tot afwering van tegenaanvallen. Wilna het binnendringen de steun der mitrailleurs op tijd komen, dan is het noodig bijtijds vóór het binnendringen maatregelen voor het doen oprukken te treffen. Bij de vervolging doet hij de hem toegevoegde mitrail- 130/4/ leurs zoodanige stellingen innemen, dat zij, vurende op 165 middelbare afstanden, den vijand geen gelegenheid geven om zich te herstellen. Bij de verdediging geeft de bataljonscommandant 226/3/ de opdrachten aan de te zijner beschikking gestelde mitrail- c- leurs. Gewoonlijk zal daaraan eene verkenning door den commandant der mitrailleurs voorafgaan, om den bataljons commandant volledig te kunnen inlichten, waarna deze beslist. De plaats is als regel achter de voorste secties; echelon- neering in de diepte is noodigopstelling op niet aange leunde vleugels is van groot belang. In de verzamelschets worden zoowel de vuurstrooken der 227/1/ onder zijn rechtstreeksch bevel staande mitrailleurs aange geven als die van eventueel aan de compagnieën toege voegde mitrailleurs. Wordt het noodig zich van den vijand los te maken, zonder 23!/!/ dat daarbij het werkzaamste middel, nml. 's vijands voorste 2/ troepen terug te werpen, kan worden toegepast, dan doet de bataljonscommandant zoo mogelijk een deel van de toegevoegde mitrailleurs achterwaarts een nieuwe opstelling innemen. Bij een terugtocht kunnen de mitrailleurs van veel 186 nut zijn voor het op een afstand houden van den vervolgenden vijand; opstelling in de diepte is dan zeer gewenscht. Op welke wijze een compagniescommandant bij den aanval de gebeurlijk toegevoegde mitrailleurs kan blz. gebruiken, werd bereids besproken (onder mededeeling 498 van de voornemens, opdracht geven en ongeveer de 500 plaats van de stelling aanwijzen, evenals de het eerst on der vuur te nemen doelen; in den regel ook het oogenblik waarop het vuur voor het eerst moet worden geopend blz. hooge opstellingen of stellingen welke flankeerend vuur mo- 506 gelijk maken, anders openingen in de opstelling der com- G.V.I. pagnie; invloed op het verloop van het gevecht uitoefenen 105/2/ (joor opvolgende bevelen aan de mitrailleurs). De samen werking tusschen de mitrailleurs en de brigades mag nim mer verloren gaan; de ervaring leerde, dat die samenwer- ding, eenmaal op het gevechtsveld verloren, zeer moeilijk opnieuw kan worden verkregen, hetgeen ook de A. V. O. oefeningen uitwijzen. Wederzijds moet daarom, vooral bij de sectiecommandanten, het streven bestaan om die samen werking te behouden. 760

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 64