tigen materieelen en moreelen steun waardeert, ook al weet
men dat enkele projectielen wel eens gevaar kunnen ople
veren (ricochetschoten, uitbijters).
Het vuren over eigen troepen mag plaats hebben wanneer
V.S. die troepen door hunne opstelling tegen het vuur van de
Mitr. eigen mitrailleurs volkomen zijn gedekt (vandaar het streven
117 naar domineerende opstellingen van de mitrailleurs) en overi-
G.V.I. gens, alleen wanneer met inachtneming van enkele voor-
9.c; waarden, welke verder hier niet ter zake doen en door den
44/2/; commandant der mitrailleurs kunnen worden beoordeeld, o p
102/3/; v 1 a k terrein de afstand tot het doel 1000 M of meer
157/2/'. bedraagt en de eigen troepen minstens 300 M. van de eigen
A.T.v. mitrailleurs en minstens 300 M. van het doel verwijderd
151/4/ zijn. Dan is een behoorlijke veiligheidsfactor in aanmerking
genomen. Bovendien moet in vlak terrein steeds gezichts
verbinding bestaan tusschen de mitrailleurs en de te over
schieten troepen. Er mag nimmer worden gevuurd over eigen
troepen welke op meer dan 1400 M. van de mitrailleurs
zijn verwijderd, omdat dan de goede waarneming van het
vuur niet meer is verzekerd.
Het vuren langs eigen troepen door de openingen in
de opstelling van die troepen heen kan in het algemeen
geschieden, indien er tusschen de einden van de ope
ning en de grenslijnen van de vuurstrook van de mitrailleurs
een ruimte aanwezig is van minstens het 50ste deel (20
duizendsten) van den afstand van de mitrailleurs tot de
opstelling.
Bij dergelijk doch geheel flankeerend vuur, d. i.
vlak langs de eigen troepen heen (b. v. tot steun in neven-
strook of nevenvak voor aldaar aanwezige troepen of be
strijding van aldaar opgestelde mitrailleurs, welke de eigen
troepen hinderen) moet de bedoelde veiligheidsgrens worden
vergroot en kan deze gesteld worden op het 50ste deel
(20 duizendsten) van den afstand, vermeerderd met 20 M.
Hoe breeder de openingen in de eerste linie zijn, des
te langer kunnen de mitrailleurs bij het verder voorwaarts
gaan van de troepen in stelling blijven. Hoe smaller de
openingen worden of hoe grooter de afstand tot de mitrailleurs
blz.500 wordt, des te minder wordt de mogelijkheid om te vuren.
De oorlogservaring leerde dat het zeer moeilijk is kunst
matig geschapen openingen te handhaven. Wordt het vuur
door de openingen heen onmogelijk en blijkt het ook niet
mogelijk (in verband met de terreinsgesteldheid) dat vuur
over de eigen troepen wordt afgegeven, dan kan het noo-
O.V.I. dig zijn mitrailleurs tot in de vuurlinie te doen oprukken.
162/2/ Hieraan is het nadeel verbonden, dat de neventroepen lijden
onder het op die mitrailleurs afgegeven vuur (infanteriege-
schut, mijnenwerpers, enz.).
762