omstandigheden, zijne familiebetrekkingen, zijne relaties tot de
hoofden en de verzetspartij, hoe hij in de kampong bekend staat.
Het verdient verder aanbeveling een spion niet meer dan eenmaal
te gebruiken en omtrent de eigen bedoelingen niet meer los te
laten, dan voor den hem te verstrekken opdracht noodig is.
Het overnemen van den spionnendienst van een voorganger
haalt reeds daarom zelden wat uit, omdat een inlander gewoon is
zich in zijn gedragingen en verrichtingen geheel naar den persoon
te schikken, dien hij dient en zich zal uiten, naar gelang zijn
opdrachtgever hem vertrouwen inboezemt. Daarom zal een spion
nendienst, die onder een voorganger goed functionneerde, geheel
kunnen versagen bij een opvolger. Verder zijn vaste spionnen bij
de tegenpartij bekend, worden dan niet meer vertrouwd en komen
niets meer te weten. Om toch wat te verdienen gaan ze dan ka-
tjauen en fantaseeren. Zoo heeft het geval zich voorgedaan, dat
een bestuurder maanden lang door zijn vaste spionnen in onrust
werd gehouden en zelfs versterking van de hem ter beschikking
staande troepenmacht vroeg, zonder dat er iets noemenswaard
gaande was. Bovendien kostte die dienst nog handenvol geld. Dan
bestaat het gevaar, dat beroepsspionnen gaan vexeeren door zich
zelf als spion kenbaar te maken en daaruit munt te slaan. Men
zij daarom uiterst voorzichtig met het geven van briefjes aan
dergelijke individuen.
Zoolang men nog niet volkomen bekend is met een streek, zal
men om bovenvermelde redenen goed doen niet zelf spionnen te
zoeken, maar zich daartoe te wenden tot betrouwbare ambtenaren
of hoofden en hen zelfs den spionnendienst in bepaalde gevallen
geheel toe te vertrouwen.
Overigens moet men bij de uitvoering van opdrachten door
spionnen steeds geduld uitoefenen en niet op resultaten aandringen.
Men loopt anders gevaar, dat de spion om het ongeduld van zijn
lastgever te bevredigen, gaat fantaseeren.
Ten slotte geldt als algeineene regel, waar mogelijk, nimmer op
één spion af te gaan, maar in elk geval minstens twee, onafhan
kelijk en in onwetendheid van elkaar, te gebruiken, bewezen dien
sten royaal te beloonen, maar daarna hat der Mohr seine Schul-
digkeilt gethan, der Mohr kann gehen.
ad 5. Gevangenen dienen zoo spoedig mogelijk verhoord te
worden. Dit zal niet altijd een persoonlijk succes opleveren, om
dat de gevangene met haat en wantrouwen tegen dengeen, die
hem gearresteerd heeft, vervuld is. In zoo'n geval is het zaak het
verhoor te laten afnemen door Iandgenooten, die een zeker aan
zien en vertrouwen genieten. Verder komt het er op aan, wan
neer men bruikbare berichten wil hebben, de arrestatie nog eenigen
tijd geheim te houden; immers, wordt deze bekend, dan nemen de
makkers van den gearresteerde hunne maatregelen, dat zijne even-
771