Ernstige moeilijkheden bij het ineenzetten, doordat bij een val
lasten door modder of zand zijn verontreinigd, zijn niet te duch
ten.
6). Harnachement.
Het principe van den eenheidsbok is gehandhaafd. Wel is waar
komen eenige lasten nu hooger te liggen dan (voor dié lasten)
noodig is, omdat de lange wieg en het lange kanon bij het in
beweging zijnde paard vrij moeten blijven van hals en kruis, maar
de sprekende voordeelen zijn dezen prijs waard.
De draagbok is sterk van constructie en Iaat een goede plaat
sing en bevestiging toe van alle lasten.
Als zadel is hij van een uitmuntenden bouw. De stegen dragen
goed over de geheele lengte en hinderen noch aan de schouders,
noch op de lendenen. De draaibaarheid van de bovensteeg waar
borgt den besten stand ten opzichte van de draagvlakte van den
paarderug.
De gewelfde vorm van de ondersteeg verschaft de beste aan
sluiting aan het paardelichaam. Door de verstelbaarheid is het
zadel passend te maken voor elke rompwijdte. Voor- en achter
boog zijn van de juiste hoogte en wijdte, als aan onze Australische
draagtrekpaarden met breeden schoft aangemeten. De vulling der
kussens laat zich goed zetten. Met een drievoudigen singel wordt
een goede bevestiging aan het paardelichaam verkregen.
Ten slotte zij melding gemaakt van de mogelijkheid om onder
den rnarsch met een eenvoudig sleuteltje de ondersteeg sterker
op het paardelichaam aangedrukt te krijgen waardoor een doel
treffende correctie wordt verkregen tegen het scheefgaan der
lasten.
Het verdere harnachement is geheel overeenkomstig het zeer
deugdelijk gebleken paardetuig waarmee de Nederlandsch-In-
dische Bergartillerie reeds sinds jaren is uitgerust, behoudens dan
eenige verbeteringen als versterkte borstriem, schaafkussen en
trekveeren.
MaarNa zooveel lof nog een maar?
Maar: het compleet draagtrektuig is zwaar, het weegt ongeveer
40 K. G., een bedrag, dat in verhouding tot het gemiddelde ge
wicht van den te dragen last (120 K. zéker te hoog is.
II. Het schietgestel.
1). Het stabiliteitsvraagstuk.
Bij een aanvangssnelheid van het projectiel v0 400 M., een
projectielgewicht van p 6,5 K. G. (Iadingsgewicht1 =0.404
K. G.) en een gewicht van de terugloopende massa van Gt 285
K.G. is op grond van het theorema van gelijkheid in hoeveel
heden van beweging, de snelheid 0 van het kanon op het oogen-
blik dat het projectiel de monding verlaat:
703