in laatste instantie plaats hebben, maar dan ook flink, zooals
militair optreden betaamt. Geen half gedoe. Dat zou het militaire
prestige verzwakken.
Van belang is ook, dat het eenmaal aangelegde net van
plaatselijke wegen goed onderhouden wordt. Het onderhoud eischt
meestal meer zorg dan aanleg. Tot dat doel verdeele men het wegen
net onder de betrokken districten of adatgemeenschappen over
eenkomstig hun belangen en moedige gepasten naijver aan. De
ervaring heeft geleerd, dat goed onderhouden en nette wegen
een maatstaf vormen ter beoordeeling van de mentaliteit van de
betrokken bevolking en ook weer invloed uitoefenen op deze
mentaliteit.
Een nette omgeving werkt steeds in beschavenden zin.
Is in het betrokken ressort het wegenwet voltooid, dan behoort
de civiel en militair bestuurder zijn zorg te wijden aan de door-
loopende wegen.
Dit kan uit den aard der zaak slechts met succes geschieden
in overleg met de bestuurders van de aangrenzende ressorten, en
onder leiding van de hoogere chefs.
Feitelijk zou dit behooren tot de taak van B. O. W. Maar als
regel kan op het initiatief of actieve medewerking van dit depar
tement niet gewacht worden, willen de door de militaire ver
kenningen reeds verkregen resultaten niet te loor gaan.
„Het oerbosch verteert spoedig, hetgeen het rept.
Dus behoort dikwijls de civiel en militair gezaghebber de han
den aan den ploeg te slaan en met het werk te beginnen met de
beschikbare middelen.
Herhaaldelijk hebben onder die omstandigheden gedeelten van
het leger een pionierarbeid verricht, waarvan de vruchten eerst
in later decenniën zullen worden geplukt.
Aan karabijn en klewang werd dan tijdelijk een tweede plaats
aangewezen, en bijl en kapmes ter hand genomen, om aan de
beschaving een weg te bereiden.
Maar ook nu dient men zich in het detail te beperken, om
een geheel te kunnen afleveren.
Dus geene brokjes en stukjes van breede autowegen, maar
eerst paardenpaden, desnoods slechts voetpaden naar gelang
der beschikbare middelen dóórloopend langs den geheelen
afstand en trace's, die een uitbouw tot autowegen mogelijk
maken. De verbreeding en verbetering kan van later zorg zijn;
dan is er geen terreinkennis meer voor noodig.
Zooals reeds gezegd, veel is in dien geest ook op Atjeh door
deelen van ons leger verricht.
Intusschen men zorge, dat de troep bij het gebruik van bijl
en kapmes niet het gebruik van klewang en karabijn veronacht-
zame, en daarin geoefend blijve. Voor de geleidelijke ontwikkeling
van het gebied zijn deze wapens onmisbaar.
778