ten en de commandanten der nevencompagnieën. Voor zoover deze verbindingen door ordonnansen moeten worden onderhouden, doet hij zoo gedekt mogelijke verbindingswegen zoeken, deze, waar noodig, verbeteren en door wegwijzers aangeven, in 't bijzonder ook voor het geval van duisternis, nevel, rook, enz. Verder zorgt hij voor die verbindingen, welke hem zijn opgedragen in de regeling van de ver binding volgens het bataljonsbevel. 7. Luchtafweer. Hoofdzaak is dat de aanwezigheid of nadering A.T.V. 38/2/ van vijandelijke vliegtuigen tijdig wordt gemeld. Voor dezen waarschuwingsdienst worden posten geplaatst op punten, welke een onbeperkt uitzicht geven op de hemelruimte, niet alleen in front, maar ook naar rechts en links en naar achteren. Door afgesproken geluid-signalen moet de aanwezigheid van vijandelijke vliegtuigen of de nadenng daarvan worden gemeld, in de allereerste plaats om zich aan de waarneming daarvan te onttrekken (niet naar 40/4/ boven kijken, alle overbodige beweging vermijden, zich opstellen in de schaduw en in het bedekt terrein, enz.) en verder om zich gereed te maken 39/4/ voor de bestrijding (geweermitrailleurs en scherp schutters). Bij de opstelling van de daarvoor aangewezen geweermitrailleurs en scherpschutters dient men er rekening mede te houden dat vliegtuigen bij ver kenning van zich ter verdediging opgesteld hebben de troepen dikwijls zeer diep moeten duiken om de aanwezigheid daarvan in het bedekte terrein te kunnen constateeren en dat dus de kans op het verschijnen van laagvliegers groot is. Ook bij de blz. 501. verdediging mag door de compagnie alleen op laagvliegers (beneden 100 M.) worden gevuurd. In verband daarmede en gelet op de bijzondere snelheid van de vliegtuigen op het duikmoment is het noodig dat men bijzonder geoefend is in het snel innemen van de opstelling en dat men daar uit naar alle zijden moet kunnen waarnemen en schieten; opstellingen in of aan den rand van kam pongs, bosschen, bosschages, huizen en tuinen met boomen (rubber, klapper, koffie, e.d.) zijn derhalve ongunstig. 8 c.q. Taak en opstelling toegevoeg de mitrailleurs (met vuurstrook). 811 220/2/ 226/3/ g.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 15