Voor het gedekt in stelling komen en verlaten van de stelling moeten maatregelen worden geno men. Rekening moet worden gehouden met hetgeen be- blz.- 748. reids over het mitraiileurvuur werd besproken (kan op groote en middelbare afstanden van voordeel zijn, op groote en hoogere middelbare wanneer veel munitie beschikbaar is, overigens bij voor keur op lagere middelbare en kleinere afstanden). Zijn de mitrailleurs niet onder de bevelen van den compagniescommandant gesteld doch niettemin aangewezen om vuur te brengen vóór het door de G.V.1.216/2/ compagnie te verdedigen terreingedeelte, dan zal de compagniescommandant zich met den comman dant der mitrailleurs verstaan omtrent de onder vuur te nemen strooken. Op de vuurschets worden zoowel de strooken 217/2/ van toegevoegde als die van niet toegevoegde, doch wel ondersteunende mitrailleurs aangegeven. 9 c.q. Regeling van de samenwerking met de artillerie. Hierbij moet uit het desbetreffende van het ba- 226/3/ d. taljonsbevel worden overgenomen datgene wat voor 228 de sectiecommandanten van belang is (genummerde punten b.v.). 10 Regeling controle door compag niescommandant. De compagniescommandant bepaalt b.v. „Ik ga de stelling na van rechts naar links en begin om bij de sectiecommandant meldt zich aldaar, de overigen na waarschuwingde comman dant der reservesecie meldt zich bij den linker vleugel van zijn sectie". De compagniescommandant moet er aan denken zich hierbij door een ordonnans te doen vergezellen. Als uitvloeisel van het algemeen beginsel dat de aanvoerders, ieder in het hem ter verdediging aangewezen terrein, de maatregelen zullen na- 171/2/ gaan, door hunne onderaanvoerders genomen en zoonoodig daarin verandering brengen, contro leert de compagniescommandant den aanleg van 219/1/ de vuur- en gezichtsdekkingen en zal hij zich zoo mogelijk van uit het voorterrein overtuigen, dat de opstelling zijner compagnie niet in het oog valt. A.T.V.152/1/ Hierbij moet hij er rekening mede houden dat de in de voorsie lijn opgestelde geweermitrailleurs er vooral tegen moeten waken, zich ontijdig te verraden 813

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 17