(zich scherp afteekenende opstellingen moeten daar om worden vermeden) en dat maatregelen (in de eerste plaats zorgvuldige maskeering, camouflage) G.V.1.174/1/ zijn genomen om den aanvaller zoo lang mogelijk /2/ in het onzekere te laten omtrent de juiste plaats waar en de wijze waarop de compagnie is opgesteld. De compagniescommandant zal er verder op letten dat voor dekkingen in de eerste plaats de aanwezige dekkingen (gezicht en vuur) worden gebezigd en daarna de overig benoodigde worden gemaakt. 194/1/ Hij let er op dat vooral gezichtsdekking, ook tegen vliegtuigen, wordt verkregen en dat het uiterlijk aanzien van het te'rrein zoo min mogelijk verandering ondergaat, dat ook dekkingen zijn aangelegd in den rug der brigades, in de vuurlinie, opdat achterwaarts geplaatste mitrailleurs of geweermitrailleurs die brigades zonder gevaar kunnen flankeeren, terwijl 194/4/ verder voor brigades aaneensluitende loopgraven slechts bij uitzondering worden gemaakt. Van dezen rondgang zal de compagniescommandant gebruik maken om met de sectiecommandanten ver schillende mogelijke gevallen te besprekendaarbij moet er echter de nadruk op worden gelegd dat slechts mogelijkheden worden besproken, dat elk geval zich anders kan voordoen en dat dus de besprekingen geenszins de verantwoordelijk heid van de sectiecommandanten verminderen. 11. Plaats compagniescommandant. De compagniescommandant zoekt voor zijn com mandopost een punt, van waar hij zooveel mogelijk van het voorterrein kan zien. Hij laat dien door den commandogroep maskeeren c.q. omoufleeren en versterken zoo noodig helpt daarbij de reservesectie. 12. Munitie. Als de omstandigheden het toelaten zal munitie 191/1/ in de vuurlinie worden gereed gelegd, vooral voor de geweermitrailleurs. Ook voor de mitrailleurs worden waar mogelijk voorraden gereed gelegd. De aanvulling geschiedt zoo noodig als bij den aanval is bepaald, met dien verstande dat 191/2/ munitieposter, en munitiedepots bij het bezet ten van het te verdedigen terreindeel worden opgericht en van munitie voorzien. Evenals bij den aanval moet de plaats van mu- nitiepost en -depot bekend worden gemaakt. 814

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 18