alleen met vuur vervolgd. Derhalve geen vervolging A.T.V. 147/5/ te voet, zulks om het doel dat ten onzent in" het algemeen met de verdediging wordt beoogd niet voorbij te streven. Gelukt het echter niet om den G.V.I 222/2/ vijand terug te drijven dan moet er in elk geval met alle middelen naar worden gestreefd hem te beletten zich in breedte (oprollen) of diepte (doordringen) uit te breiden. Wanneer een vijandelijke afdeeling in h e t n e - venterrein doordringt, dan zal de compagnies- 223 commandant die afdeeling aangrijpen met de troepen welke hij in verband met den toestand in zijn eigen opstelling daartoe kan aanwenden. Hij moet er rekening mede houden dat in zoo danig geval de commandant der vleugelbrigade den binnengedrongen vijand door zooveel manschappen als hij in front kan missen in de flank doet beschieten 199/2/ totdat de achter geplaatste afdeelingen tot den tegen stoot overgaan en dat de commandant der vleugel- 209/2/ sectie maatregelen treft voor een krachtig flankvuur. Bij het beoordeelen van den toestand in de eigen opstelling dient hij te overwegen dat een zoodanige aanval de troepen welke daaraan deelnemen u i t het eigen vak brengt. Hij weet niet of en hoe deze troepen weer terug zullen komenhij weet ook niet of het eigen vak in dien tusschentijd in gevaar zal komen. Het voor en tegen moet worden overwogen, doch dit moet uiterst vlug geschieden, want de tegenstoot moet onmiddellijk en in snelle uitvoering volgen, zoodat de vijand geen gelegenheid krijgt zich te nestelen anders is het te laat of kost het verdrijven van den vijand zeer veel moeite en tijd. Weet de vijand in het neventerrein door te breken, dan mag dit geen reden zijn voor de compagnie 177 om terug te gaan. De compagniescommandant zal al zijn krachten moeten inspannen om te voorkomen, dat de vijand de ontstane opening verwijdt. Bij een vrijwillig teruggaan, kan met ontruimen 224/1/ van het door de compagnie bezette terrein wan neer men in aanraking met den v ij and is, in den regel alleen 's nachts geschieden. Men kan zich ook het geval indenken dat de nacht niet kan worden afgewacht omdat men an ders zeker wordt verslagen hetgeen bij een tijdig teruggaan wellicht nog zal zijn te voorkomen. Altijd moet er naar worden gestreefd om den af stand tot den vijand steeds grooter te doen worden. 818

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 22