Elk o n n o o d i g front maken en weder aanvaar
den van het gevecht moet worden vermeden.
Bruikbaar materieel dient te worden medegeno-
200/2/ men, kan zulks niet dan moet het worden vernietigd.
De compagniescommandant geeft, alvorens tot de
ontruiming over te gaan, de noodige bevelen aan
224/2/ de Ie zijner beschikking gestelde mitrailleurs om
eene zoodanige stelling in te nemen, dat daaruit
het opdringen van den vijand kan worden bemoei
lijkt. Hiertoe is het noodig die stelling reeds bij
dag in te nemen en het vuur voor te bereiden.
Zijn andere, reeds in stelling staande, mitrailleurs
aangewezen om het teruggaan der compagnie met
vuur te steunen, dan stelt hij zich met de com
mandanten dier mitrailleurs in verbinding.
Hij wijst de onderdeelen aan, welke het eerst
224/3/ terug moeten gaan en doet indien de omstandig
heden daartoe noodzaken, de secties échelonsgewij-
ze van de eene opstelling naar de andere terug
gaan.
Het teruggaan geschiedt zoo stil en gedekt mo-
(4) gelijk om den vijand er zoo lang mogelijk onkun
dig van te laten.
De compagniescommandant moet er naar streven
den bataljonscommandant op de hoogte te houden
(5) van de plaats van de compagnie ten einde de artil
lerie gelegenheid te geven tót vuren, indien de
vijand achtervolgt.
Voor een gedwongen teruggaan, een te
rugwerpen, van de compagnie vallen moeilijk regels
189/1/ te geven. In zoodanig geval zullen de aanvoerders,
door zooveel mogelijk manschappen bij zich te ver
zamelen, er naar streven de wanorde te beper
ken. Krijgt men gelegenheid om iets tegen den
vijand te doen, dan moet men allereerst trachten
/2/ zich van hem los te makenhet beste middel daar
toe is een verrassend ondernomen tegenstoot, mits
men zelf teruggaat, voordat de tegenstander zich
heeft kunnen herstellen.
Steun van artillerie en mitrailleurs zal er veel toe
/3/ bijdragen het opdringen van den vijand te vertragen.
De compagniescommandant moet er dus op bedacht
zijn dien steun te verkrijgen.
819