van die moeilijkheden, wanneer men de levendige beschrijving, die
de luit. ter zee le klasse van Reede hiervan geeft, er op na
slaat. x) Aanvankelijk op de rook peilende van b. v. een vijandelijk
convooi, weet een duikbootcommandant niet of hij dat convooi,
bakboord,, stuurboord of recht vooruit inziet. Hij moet om onge
merkt te naderen onder water blijven, vaart b. v. een kwartier in
den koers die hem het g'unstigst lijkt door en steekt dan de peris
coop op. Dan pas is hij in den regel voldoende genaderd om te
kunnen bepalen of het doel bakboord of stuurboord wordt ingezien.
Maar zelfs dan zijn vergissingen niet uitgesloten omdat het doel
op zigzagkoers vaart. Tijdens de „periscoop-op" periodes moet
zeer kleine vaart worden geloopen anders is een zuivere peiling
door trillen van den periscoop niet mogelijk, ja kan zelfs de rook
niet meer worden waargenomen. Bovendien zou het periscoop-zog
bij hooge vaart te duidelijk zichtbaar zijn, en de aanwezigheid van
de duikboot spoedig verraden.
Het spreekt vanzelf dat deze periscoop-op" periodes zoo kort
mogelijk moeten zijn en dat de tijd moet worden gebruikt om met
geconcentreerde aandacht het convooi waar te nemen. Aan het
afzoeken van den omtrek om de positie der beschermende vaar
tuigen te weten te komen, zal geen tijd mogen worden besteed;
het afzoeken van het luchtruim is natuurlijk uitgesloten. Tegen
haar doodsvijanden de jager en het vliegtuig, is de duikboot in
die momenten vrijwel weerloos. Onder water varende op zijn
accu's haalt de duikboot ongeveer 2/s van zijn boven-water
snelheid, een cijfer dat echter in de practijk in den regel geflat
teerd blijkt te zijn. Met meer dan 4 mijls vaart zal de O. Z. er
in den regel volgens van Reede niet kunnen naderen.
Men ziet dus dat tegenover snelvarend boven-watermateriaal,
de duikboot in bijzonder ongunstige omstandigheden verkeert. Een
voorbeeld ter illustratie. Bij de opmarsch van de Engelsche vloot
in den zeeslag bij Jutland deed de U 66 een aanval op twee
eskaders slagschepen van de „Grand Fleet". Op 300 m. afstand
van de 8 slagschepen gekomen werd zij onder water gedrukt door
een Engesche jager. Zij voer onder het eskader door in de hoop
op de achterste schepen een torpedo te kunnen lanceeren.
Toen de U 66 weer boven kwam, waren de schepen reeds lang
buiten schot! 2).
Toch leert de geschiedenis van den wereldoorlog dat de
Duitsche torpedo menig oorlogsschip van de Geallieerden in den
842
J. van Reede. Kritiek op het artikel van den Luitenant ter zee le kl.
J. Th. Eiirstner over: „Het nut en de toekomst van onderzeebooten voor onze
Oost-Indische Koloniën." Marineblad 1922 p. 1 25.
2) Oroos I.e. p. 211.