Oosten van Aberdeen te concentreeren. Zoo kwam het dat feitelijk
on het zelfde radiogram waarmede de Duitsche operatie werd
ingezet reeds 2V2 uur vóór dat de Duitsche vloot was uitgeloopen,
de Engelsche slagvloot zee had gekozen. Drie groote groepen, de
hoofdmacht uit Scapaflow, het 111e slagschepeneskader van uit
Cromarty door de Firth of Moray en het Ie en He slagkruiser-
eskader benevens het Ve slageskader van uit Rosyth, concentreerden
zich in het Noordelijk deel der Noordzee.
De opmarschwegen dezer eskaders en van de Harwich strijd
krachten voerden dwars door de bewakingsopstelhngen van de
Duitsche duikbooten. Eveneens was dit bij den terugmarsch het
oeval. Een deel der duikbooten bevond zich reeds op den terug
marsch en had het radiogram om op hun post te blijven niet
ontvangen. De duikbooten die het radiogram wel ontvingen, had
den echter niet het minste succes en zoo was het geheee resul
taat tijdens, en vóór den zeeslag, dat één jager door U B 21
waarschijnlijlc voor de Humbermond op 31 Mei werd getorjredeerd
Op de verüeslijst der Engelsche vloot komt die jager echter niet
eens voor, zoodat het schip ook al mocht het getroffen zijn, niet
tot zinken is gebracht, i) u-
Vijf dagen na den zeeslag, is op 6 Juni de Kruiser „Hampshire
op een der mijnen geloopen van het mijnenveld dat ten W. van
de Orkneveilanden door de U 75 was gelegd. Het schip ging ver
loren en Lord Kitchner die zich aan boord bevond, kwam hiei-
bii om. Aan de Engelsche marineleiding moet het bestaan van het
mijnenveld bekend zijn geweest. Door een ongelukkige samenloop
van omstandigheden kreeg de „Hampshire" hiervan echter nimmer
bericht.
Op het verloop van den zeeslag heeft de breedopgezette actie
der Duitsche duikbooten niet den minsten invloed uitgeoefend.
Ook Engelsche duikbooten hebben aan de operaties deelgenomen
gedurende den Zeeslag van Jutland. Afgezien van de onderzeeers
die doorloopend de Duitsche Bocht blokkeerden, gingen de Ü7
en E 30 naar het Kattegat terwijl een derde onderzeeërs naar Göte-
borg werd gedirigeerd. Voorts werden twee duikbooten opgesteld
ten "bosten van de Doggersbank.
Bovendien hadden de E 55, E 26 en D 1 opdracht om zich
nabij het Vijl-vuurschip op de Deensche kust bij het Hornsrit
o-elegen op te stellen en zich niet voor den 2en Juni te vertoonen.
Deze O. Z.ërs zouden de „Grand Fleet" bij een voorgenomen
operatie in de Duitsche Bocht moeten steunen.
Toen het operatieplan der Engelschen door het optreden van
de Duitsche vloot niet kon worden uitgevoerd, vergat men deze
onderzeeërs andere orders te geven. Toch is het lang niet zeker
dat nieuwe orders ooit werkelijk door de duikbooten, die op den
846
F. T. Jane; Fighting ships 1918 p. 23/24.