heenmarsch veel onder water voeren en daardoor radiographisch
niet te bereiken waren, ontvangen zouden zijn.
On: 4.15 v. m. bereikte de Duitsche slagvloot de plaats waar de
duikbooten hun afwachtingsstelling hadden in moeten nemen. Dl
kwam daar echter pas om 5.30 v. m. aan, E 26 was tusschen
3 en 4 v. in. en E 55 om 1.20 v. m. op zijn plaats aangekomen.
Beide duikbooten waren op den grond gaan liggen en de
Duitsche vloot voer over de onderzeeërs heen zonder dat zij er
ïets van merkten.
Een andere groep duikbooten (G 2 t/ni G 5) was onder leiding
van den jagei „Talisman" op den 2en Lengte graad 60 zee
mijlen N. W. van het Borkumrif opgesteld. Deze groep nam niet
aan het gevecht deel, noch aan de vervolging der Duitsche strijd
krachten'," en verleende evenmin bescherming aan het kort ten Z.
daarvan 'passeerende slagschip „Marlborough".
Ook aan Engelsche zijde heeft dus de actie der duikbooten niet
den minsten invloed uitgeoefend op het verloop van den slag.
Aan den zeeslag van Jutland hebben behalve de Engelsche duik
booten die de Duitsche Bocht doorloopend blokkeerden aan beide
zijden ongeveer 40 a 50 duikbooten deelgenomen, viijwel zondei
eenig succes.
Beide partijen hebben er de voorkeur aan gegeven hun duik
booten niet direct als onderdeel van de slagvloot te doen optreden.
De Duitschers hebben hun duikbooten vooruit gestuurd om den
vijand vóór den slag verliezen toe te brengen. Na den slag ge
bruikten zij de O. Z.ërs om vaartuigen die hun bewegingsvrij
heid ten deele verloren hadden tot zinken te brengen. De Engel-
schen hebben gepoogd hun duikbooten tijdens den slag en bij de
vervolging in te zetten. De ervaringen, opgedaan met de Duitsche
duikbooten die in bewakingsstelling lagen op de marschwegen
tier Engelsche vloot in aanmerking nemende is het onwaarschijn
lijk dat de O. Z.ërs die bij het vuurschip Vijl lagen op de met
20 mijlvaart loopende schepen veel succes zouden hebben gehad,
•ook al hadden zij kennis gehad van de opmarsch der Duitsche
vloot. Zelfs de 30 tot 34 mijl loopende jagers van beide partijen
die aan den zeeslag deelnamen, slaagden ondanks hun groote
snelheid er niet altijd in om in een gunstige lanceerpositie te
komen.
Maar zelfs al mocht het die O. Z.ërs gelukken tijdens den
zeeslag voldoende dicht bij de vijandelijke slagvloot te komen,
dan is het nog de vraag of het ooit tot lanceeren zou zijn gekomen.
Het zicht in "een zeeslag is door zware rookwolken, kunstmatige
nevels, het watergordijn dat door inslaande granaten rondom het
doel wordt gevormd, dermate beperkt dat zelfs Jellicoe in den
Zeeslag van "jutland mede in verband met de groote gevechtsaf
standen niet wist waar de Duitsche slagvloot stond waarmede
Beatty in gevecht was, toen deze. laatste reeds op 2 mijl voor de