„Grand Fleet" stond. Dan begrijpt men ook hoe het mogelijk
'is dat terwijl de artillerieschepen der beide vloten in hevig vuur
gevecht waren gewikkeld de Cdt. der begeleidende Hide Duitschc
(agerflottilje, die aangezet werd tot den aanval op de Britsche
slagvloot vroeg, in welke richting hij moest aanvallen omdat hij de.
vijandelijke artillerieschepen niet kon waarnemen.
Men vraagt zich af wat in dergelijke omstandigheden een onder
gedoken onderzeeër dan wel zal zien 2)-
De kansen op succes van duikbooten die men tijdens den slag
inzet in vereeniging met het boven watermaterieel worden dan ook
zoo zeer door het toeval beheerscht, dat men in de naaste toekomst
van een optreden van dit wapen direct in vereeniging en als onder
deel van de slagvloot niet al te hooge verwachtingen mag koesteren.
Thans nog een enkel woord over de verkenningsresultaten d$r
onderzeeërs. Op 31 Mei werd van de Firth of Moray om 7.48 v. m.
het volgende telegram ontvangen van U 66 „8 feindliche Gross-
kampfschiffe in Sicht; kleine Kreuzer, Torpedoboote mit
nördlichem Kurs".
Dienzelfden morgen werd om 6.27 v. m. van U 32 die voor üe
Firth of Forth lag het volgende radiogram ontvangen:
„2 Grosskampfschiffe, 2 Kreuzer, mehrere Torpedoboote 009
und III mit siidlichem Kurs". 3)
In beide gevallen voer de vijand op zigzagkoersen. De alge
meens trek was echter in het eerste geval Oost en later Z. O.,
terwijl in het laatste geval naar W. N. W. tot W. koers werd gezet
Terwijl uit beide berichten tot een excentrische beweging der
vijandelijke strijdkrachten door von Scheer werd geconcludeerd,
had in werkelijkheid de concentratie der Britsche strijdkrachten
plaats. „Die Aufstellung der Deutschen U-boote, dicht vor den
feindlichen Ausfallhafen, auf welche für die Schadigung des
Gegners vor der Schlacht auf deutscher Seite so grosse Hoffnungen
gesetzt worden waren hatte sich nicht bewahrt. Aber auch im
Aufklarungsdienst erwies sich der Uberblick und die Marsch-
neschwindigkeit der U-boote als zu wenig ausreichend, um den
deutschen Flottenchef aus ihren Meldungen auch nar die Tatsache
des Auslaujens der „Grossen Flotte erkennen zu lassen".
Ook aan Engelsche zijde waren de verkenningsresultaten gering.
De oorzaken van de geringe resultaten der duikbooten-actie wa
ren vele. Hoofdoorzaken waren het beperkte zicht, de geringe
marschsnelheid der onderzeeërs en de vijandelijke werking der
afweermiddelen. Iedere ontmoeting met een vijandelijk bovenwater
oorlogsvaartuig van een ophelderingsgroep drukt de duikboot
848
Groos 1. c. p. 282 en 283.
2) Groos I.e. p. 296. KI
3) Op p. 203 wordt bij Groos gesproken van Z. O. en N. U. koersen
dezer eskaders. De tekst der telegrammen (zie p. 520 en 521) luidt anders.
Vermoedelijk is de laatste lezing juist.
4) Groos 1. c. p. 213. Cursiveering van mij.