het land te dienen kwam van de kuststreken een nieuwe geest het land binnen, en werd daar in de verschillendste vor men gepropageerd. Ook over het volksschoolonderwijs werd de nieuwe geest vaardig. De oude door den civiel- en militair bestuurder gekozen onderwijzers hadden plaatsgemaakt voor jeugdige onderwijzers, door de normaalscholen afgeleverd. Er was ook geen bezwaar tegen zij waren in elk geval vol lediger met diploma's uitgerust maar de mentaliteit van verschei- denen onder hen oefende een nadeeligen invloed op het onder wijs uit. Zt-lf nog niet rijp, en verward dooi de vele vlug op elkaar volgende leuzen, waren zij uit het evenwicht geraakt. Hun ongunstige invloed op de schoolgaande jeugd werd lang zamerhand merkbaar. Het schoolbezoek werd minder; er was geen contact meer tus- schen de zich intellectueel denkende onderwijzers en de meer dan eenvoudige ouders der leerlingen. Correcties der onbetrouwbare onderwijzers hielpen slechts tijdelijk. Herhaaldelijk moest ontslag volgen. Dat was dan meestal reeds te laat. Het destructieve gift was uitgezaaid. Veel hielp het ook niet meer, toen enkele der meest besmette normaalscholen gesloten werden. Door de naar alle richtingen uitgezwermde leerlingen was de nieuwe destructieve geest reeds verspreid. Zoodoende werd de met moeite verkregen en gevestigde orde en rust weer bedreigd door een nieuwe mentaliteit, gevoed op instellingen, door het bestuur zelf in het leven geroepen, maar met andere en betere bedoelingen. Zulk een ervaring is wel in staat, de voldoening over gedaan werk ten bate van de ontwikkeling van een primitief volk en land te temperen, maar zij mag geen aanleiding zijn om op den ingeslagen weg terug te keeren. Slechts trekke men er leering uit. (wordt vervolgd). 861

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 65