874
10. ORGAAN N. I. O. V. OCTOBER- EN NOVEMBER-NUMMER.
Het O c t o b e r-n u m m e r vangt aan met een verzuchting van den oud
overste J. C. A. Bannink over het geringe aantal onderscheidingen dat ook
ditmaal op 31 Augustus het Indische officierskorps ten deel is gevallen. Het
betoog wordt toegelicht door een vergelijkend overzicht tusschen den oogst
bij het Nederlandsche leger en dien bij het Indische, welke vergelijking der
mate ongunstig voor Indië uitvalt, dat de schrijver zijn artikel heeft gedoopt
met den kenschetsenden titel„De lijst der teleurstel! inge n."
De kapitein, fgd. Controleur, Sierevelt geeft in het artikel„Het belasten
van officieren met het bestuur over een landstreek
eenige nuttige wenken voor de jongeren, aan wie een dergelijke dubbele taak
mocht worden opgedragen. Het betoog eindigt aldus:
„Tot slot wil ik nog even wijzen op een persoonlijk nadeel, aan deze dubbele
functie verbonden en wel dat het te lang bekleeden van eene civiele betrekking
afbreuk kan doen aan de militaire eigenschappen van den officier-gezaghebber.
Zoodra hij daar last van krijgt, moet hij weer naar het leger in een zuiver
militaire betrekking terug.
Vaak krijgt men neiging om in denken, doen en laten meer burger te zijn
dan militair, en dat kan voorkomen als de civiele werkkring door daaraan
verbonden drukke werkzaamheden gaat domineeren en het militaire op den
achtergrond wordt gedrongen.
Dit is ten eenenmale ontoelaatbaar en de betrokken persoon ondervindt
zelve er de lasten van."
Deze slotopmerking is overdenking zeker ten volle waard.
De kapitein van den Generalen Staf J.J. Beudeker vermeldt „Eenige
wetenswaardigheden van en beschouwingen over het
militair spoorwegvervoer ten behoeve van de oefeningen
der le Divisie in Augustus en September 192 6."
Het zeer lezenswaardige artikel, dat verduidelijkt is door goede luchtfoto 's,
zal worden vervolgd.
De redactie bespreekt onder het hoofd „De weermacht en de pu
blieke belangstelling daarvoor" een in de Locomotief ver
schenen artikel, getiteld „Onze Vloot" en vindt daarin aanleiding tot het
plaatsen van de opmerking, dat b ij het overwegen van de meest
gewenschte samenstelling van onze weermacht het senti
ment ter zijde moet worden gesteld voor de strenge
ei sc hen der logica, eene meening, die in deskundige kringen zeker
geen tegenspraak zal ondervinden.
In het artikel „Honderd j a r e n t e r u g" wordt een schets gegeven van
de verschillende factoren, die een eeuw geleden het optreden van het Indische
leger tegen „verzetslieden" beheerschten. Veel was toen anders dan thans,
maar niet „dien geest van élan, van durven, van aanpakken", door vele ve
teranen van de toenmalige slagvelden van Europa naar Indië overgeplant,
door volgende generaties als een kostbaar kleinood bewaard en ongehavend
aan het tegenwoordige geslacht overgegeven.
In het November-nummer treffen we een artikel aan „Over be
lastingen in Nederland, alsmede huishuren en kosten van
woninginrichting in den Haag" met uitvoerige bijlagen, waarin
repatrieerenden en verlofgangers vele nuttige gegevens en wenken kunnen
vinden.
N. N. geeft in het artikel Stalen Helmen eenige gegevens omtrent den
stand van het vraagstuk der eventueele invoering van dit uitrustingstuk bij
het Indische Leger.
In „Leger en Vloot" heropent de Heer de Veer het debat met zijn op
ponent „Krijgsman" over de samenstelling van de Indische weermacht. Te
recht wijst de redactie in een slotwoord er op, dat beide schrijvers langs